De hulpverlening na een ramp gebeurde in eerste instantie plaatselijk, vanuit naburige steden en via de kerken. Na een overstroming in 1741 in onder andere het Land van Maas en Waal en de Bommelerwaard was er voor het eerst een grote hulpactie die vanuit Amsterdam en Rotterdam werd georganiseerd. Daarbij bleek dat de overstromingen een golf van liefdadigheid op gang brachten.
Deze tekst maakt onderdeel uit van de special Verbeelding van de Waal, De Waal als natuurlijke en beteugelde rivier, thema Waterwolf de Waal.
Er werd 55.000 gulden bijeengebracht. De mensen kregen eerst noodhulp in de vorm van voedsel, maar later ook bouwmaterialen of koeien om de veestapel weer op te bouwen. Bij latere acties werd bewust de pers ingeschakeld om fondsen te werven. In 1784 was er voor het eerst sprake van een gecoördineerde hulpactie waarbij geld in het hele land werd ingezameld. Bij de overstromingen van 1799, 1809, 1820, 1855 en 1861 werd de hulp gecoördineerd door de overheid, maar het benodigde geld kwam uit inzamelingen.
In 1809, toen de Fransen het in Nederland voor het zeggen hadden, kondigde koning Lodewijk Napoleon een collecte af, die 1 miljoen gulden zou opbrengen. De koning bezocht het rampgebied en werd daardoor enorm populair in Nederland. In 1820 zou koning Willem I zijn aanpak kopiëren.
Bij de overstromingsramp van 1926 ging er veel mis bij de hulpverlening. Het Rijk was van mening dat de overstromingen door nalatigheid waren ontstaan en wilde daarom niet bijdragen. Wel werd er via de pers en de radio veel geld ingezameld: 4,7 miljoen gulden. Helaas waren er grote meningsverschillen tussen de inzamelaars van het geld en de provincie Gelderland die de hulpverlening wilde coördineren. Dat leidde tot een slecht georganiseerde hulpverlening. Sommige gedupeerden kregen snel ruime schadevergoedingen, anderen moesten jaren wachten op een schamele vergoeding om hun huis of boerenbedrijfje weer op te bouwen. Om in het vervolg misstanden te voorkomen werd het Nationaal Rampenfonds opgericht. Voortaan kon sneller tot schadevergoeding worden overgegaan. Gelukkig heeft dit rampenfonds nooit hoeven uitkeren in het Gelderse Rivierengebied. Rivieroverstromingen die als nationale ramp kunnen worden betiteld, hebben zich niet meer voorgedaan, doordat sindsdien veel is gedaan om de rivier veiliger te maken en te reguleren.
Niets is Bestendig, de geschiedenis van de rivieroverstromingen in Nederland, 1996, G.P. van de Ven en A.M.A.J. Driessen.
Vervolg: De bijna-ramp 1995
Overland, in opdracht van De Bastei, Nijmegen, CC-BY-NC
Verbeelding van de Waal
Landschap
1700-1800
Tiel
Rivierengebied