Kerst in Heerde

"Met de kerstdagen was de gezelligheid belangrijk, d'r werd een kerstboom gekocht of soms werd er wat uit de eigen tuin gehaald. En daar werden de ballen en de piek in gedaan. Kaarsen hoorden daar ook bij, want er waren nog geen elektrische lampjes. Ook werd er een emmer water naast gezet, voor het geval dat er iets mis zou gaan. Mijn moeder kookte het een en ander dat met de kerst gegeten kon worden en er werd van alles gebakken. We gingen naar de zondagschool, dus de zondagen voor de kerst werd er al geoefend voor de kerk op tweede kerstdag na de middag. D'r stonden altijd twee grote kerstbomen in de kerk en veel kaarsjes. Mooi als we dan kwamen, dan brandden ze al. De kinderen die vroeger kwamen, keken hun ogen uit. Nooit waren er problemen, want als je vervelend was dan wist je al dat je geen cadeautje kreeg en werd je van school gestuurd. Na het zingen, de preek en het dankgebed moesten we blijven, dan kregen we een boekje en een sinaasappel. Dan moest je te voet naar huis. Iedereen vierde kerst zowel zwaar als licht gelovigen. Cadeaus kreeg je van de zondagschool. Thuis deed je aan sinterklaas en niet aan kerst."

Verhalenkoffer

Dit verhaal is onderdeel van de tentoonstelling 'Gelderse verhalen op reis'. De tentoonstelling is ontwikkeld naar een idee van Charlotte Reijngoudt-Giesbers, voorheen streektaalfunctionaris bij Gelders Erfgoed en is mogelijk gemaakt dankzij de bijdragen van de Provincie Gelderland, het Prins Bernhard Cultuurfonds en de medewerking van vele dialectsprekers in Gelderland.