Maas en Waal kwam tot bloei

Hoe de ruilverkaveling van de jaren vijftig in de vorige eeuw de bevolking in het Land van Maas en Waal welvaart en vooruitgang bracht.

Het buitengebied van Dreumel, Alphen, Wamel, Maasbommel en Beneden-Leeuwen werd ontwikkeld tot een moderne agrarische samenleving. Met goed verkavelde boerderijen, goede wegen en ontwatering van vruchtbaar gemaakte grond ontstonden er eigentijdse, welvarende agrarische bedrijven. Het werd vooruitstrevend en grootschalig aangepakt. Met oog voor het sociale en maatschappelijke leven van de bewoners. Voorlichting, onderwijs en een veelzijdig verenigingsleven brachten de Maas-en-Waler op een hoger plan. De Boerenbond en de Boerinnenbond namen de agrariërs en andere dorpsbewoners met scholing en voorlichting bij de hand. Richting de moderne tijd. Het isolement werd opgeheven en er ontstond welvaart, openheid. Er ontstond een ander en moderner mens. Mevrouw Van Welie-Sas (1930) kan het zich nog goed herinneren.

Anderen helpen

Mevrouw Van Welie: “Ik kom uit een gezin van tien kinderen. We werden thuis heel sociaal opgevoed. Alle mogelijkheden die er toen waren, kregen we en we leerden niet op te geven. Overal waar het nodig was, gingen we helpen. Bij grote gezinnen gingen we kousen stoppen of werken als er iemand ziek was. Die opdracht kregen we van mijn vader of moeder: ‘Jij gaat dat maar doen...’ en dat deden we dan. Een taak die opgedragen werd, werd uitgevoerd. Inspraak was er niet bij. We gingen helpen waar het nodig was.”

Scholing en voorlichting

“Toen Jan en ik zelf een bedrijf hadden, heb ik een melkcursus gevolgd. Rundvee was mijn ding en dat is altijd zo gebleven. Later ben zelf melkles gaan geven. Aan leerlingen van de lagere en de middelbare landbouwschool, gewoon bij boeren op het bedrijf. Dat was een uitje voor mij! De Boerinnenbond en de NCB stimuleerden dat. Ook aan vrouwen werden die cursussen gegeven. Hygiëne vond ik héél belangrijk; daar hamerde ik erg op.

Jan en ik waren actief. Jan was bestuurder van de NCB, ik zat in het bestuur van de  Boerinnenbond. De Boerinnenbond organiseerde allerlei cursussen voor boerinnen en andere vrouwen. En kwam er een vraag naar bijvoorbeeld een boekhoudcursus, dan zei ik: ‘Jan, daar moet jij eens naar kijken.’ En dan kwam er een boekhoudcursus. Vrouwen zorgden dan dat thuis alles goed op papier kwam. Zo kwam er meer gelijkheid.

Er kwam voorlichting over de moderne keuken: van het houtfornuis naar een elektrische kachel. Van wastobbe naar elektrische wasmachine en van opslag in de kelder naar een diepvrieskist. Het leven werd er gemakkelijker door.

Bij de huishoudschool in Druten gaven we  korte cursussen koken, slacht verwerken en inmaken, naaien en mooie handwerken. Of we organiseerden excursies naar andere bedrijven om te kijken hoe ze het daar deden. Daar was altijd volop interesse voor.”  

Verenigingsleven

“We werkten mee op de boerderij, maar ’s avonds was er tijd voor ontspanning. We hadden in Dreumel een patronaatsgebouw en een schouwburg waar verenigingen konden feesten, vergaderen of repeteren. Daar ontmoetten we elkaar bij de toneelvereniging, een ontspanningscursus, zangkoorrepetitie of bij een kerstviering met mooie kerstliedjes en prachtige gedichten. Voor de mannen was er voetbal en paardrijden (dressuur en springwedstrijden) en voor de jonge boeren waren er in de zomer sportdagen. Met gym op maat en muziek, verspringen, hoogspringen, touwtrekken, enzovoorts. Gewoon buiten. De meisjes konden op gym (met bal, stok of knots), de reidansclub of korfbal. Er werden uitwisselingen met andere dorpen georganiseerd. De Boerinnenbond organiseerde het, vaak samen met NCB, maar iedereen mocht meedoen. Wij deden overal aan mee en hadden de grootste lol!

Ik zat in het bestuur van de Boerinnenbond, later werd ik kringvoorzitter en kwam ik in het hoofdbestuur. Daar heb ik veel geleerd. Ik heb veel georganiseerd en ook denkwerk gedaan. Er was een geestelijk adviseur; de pastoor. Hij maakte geen verschil. Er was veel eensgezindheid.”

Alles is veranderd

“Voor jongens die de stap naar een ruilverkavelingsboerderij in de nieuwe tijd durfden te maken, pakte het goed uit. Het werk werd gemakkelijker. De koeien stonden sindsdien in rijen in een grupstal en al snel kwamen melkmachines in omloop. De melk werd in melkbussen geleverd, later in grote melktanks. Het bespaarde vooral de boerin veel arbeidskracht. Boeren kregen met subsidie vooruitgang. Met goede voorlichting kwamen ze goed terecht.

Maar wie stil bleef staan en niet genoeg naar de toekomst keek, kan nu op 10 ha de kost niet meer verdienen. Dat boeren, met al deze wetjes en regels het bijltje erbij neer gooien, snap ik heel goed. Het is gewoon niet meer te doen.

Toen was het een mooie tijd en ik heb het altijd goed naar mijn zin gehad. Met de ruilverkaveling kwam er vooruitgang en vooral meer openheid.”

 


  • Sprekende Herinneringen

  • Landbouw

  • Landschap

  • 1900-1950

  • 1950-2000

  • Archieven

  • West Maas en Waal

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl