Iedere winter heeft Nederland te maken met hoog water in de rivieren. Op zichzelf is dat niet iets om je zorgen over te maken. De rivierdijken houden het water immers al eeuwenlang tegen. Ook in 1995. Toch werd er later in de media gesproken van ‘een bijna-watersnoodramp’. Wegens extreme regenval in de bovenlopen van de Maas en de Rijn ontstond een gevaarlijke situatie. Die leidde ertoe dat in de laatste week van januari maar liefst 250.000 mensen geëvacueerd werden. Een van hen was Karin Schut-Hese. Zij herinnert zich hoe het besef van gevaar maar langzaam werkelijkheid werd.
“In die tijd woonde ik samen met mijn man Gerard in Rossum. Onze zoon Bart was een half jaar oud. We wandelden graag over de dijk langs de Waal. Het viel ons op dat het water wel heel hoog stond, tot aan het fietspad boven op de dijk. Al dat water, ik vond het heel indrukwekkend, maar meer ook niet. Dat veranderde toen we een paar dagen later met de auto vanuit Arnhem naar Rossum reden. Bij de brug bij Tiel zagen we links en rechts van ons alleen maar water en nog eens water. Een machtig gezicht. En ineens was daar die auto met aanhanger die ons tegemoet reed. Op de aanhanger een bankstel. Heel surrealistisch. Toen dacht ik voor het eerst: ‘Wat gebeurt hier?' We wisten toen nog niet dat de evacuatie van het Land van Maas en Waal al was begonnen."
"Wij werkten in die tijd allebei in Utrecht. Dan zette één van ons Bart af bij het kinderdagverblijf en ging daarna met de trein naar het werk. Dat deden we om en om. Die dag kreeg ik het verzoek om Bart mee terug naar huis te nemen. De meeste leidsters woonden in het Land van Maas en Waal en konden niet komen. Diezelfde middag kwam er een brief van de gemeente dat we moesten vertrekken. Ik belde Gerard, die in Utrecht zat, en hij is direct op de trein gestapt. Ik haalde hem van het station met de auto. Bij de Schaapjesrotonde zag ik dat het autobedrijf daar helemaal geen auto’s meer had. De hele showroom was leeg! Ik was verbaasd. Ja, verbaasd en ook wel naïef, zo heb ik die dagen beleefd."
“Van de benedenverdieping brachten we alles al naar de tweede verdieping. Want als de dijken doorgebroken waren, had het water tot aan de tweede verdieping gestaan. Gelukkig hadden we nog niet zoveel spullen.
‘s Middags kwamen mijn schoonouders uit Arnhem om Bart op te halen. Ikzelf handbalde destijds in Schijndel en de meiden van de handbalploeg boden spontaan aan om ons te helpen. Daar ben ik nog steeds heel dankbaar voor. Ze kwamen met twee paardentrailers voorrijden en daar hebben we zoveel mogelijk spullen ingeladen. Ook mijn hele familie kwam ons helpen. Net als de handbalvriendinnen hebben ze nog vastgestaan in de Bommelerwaard.
’s Avonds hebben we samen met alle buren een pilsje gedronken. De volgende ochtend om zes uur trok ik de deur achter ons dicht. Heel raar. Je kunt je niet voorstellen dat je huis onder water kan komen te staan. Dat kun je niet bevatten."
“De berichtgeving werd steeds ernstiger. Bij Ochten bestond het gevaar dat de dijk het zou begeven. Op televisie vertelde iemand dat ze, om de streek rondom Dordrecht te beschermen, de dijken in de Bommelerwaard maar moesten doorsteken. Woest was ik. Op dat moment realiseerde ik me voor het eerst dat er echt wat aan de hand was. De dreiging dat we ons huis konden verliezen werd reëel. En om het nog dramatischer te maken: we hadden net een nieuw huis gekocht in Zaltbommel, maar dat was nog niet helemaal rond. Het huis moest nog gebouwd worden. In het ergste geval zouden we het geld voor twee huizen kwijtraken.”
“Ik ben de hele week niet meer gaan werken. Je kunt niet zomaar de knop omzetten. Dus daar zaten we dan op de bank, televisie te kijken. Apathisch bijna. Je blijft kijken. Ook al heb je die beelden al 500 keer gezien. Na een paar dagen kwam het bericht dat het water begon te zakken. We mochten weer terug naar huis.
Achteraf besef je pas dat je leven die dagen heeft stilgestaan. Die tijd heeft me wel van veel dingen bewust gemaakt. Als ik nu aan de Waalkade van Zaltbommel kijk naar dat prachtige beeld van die jongen die de kritische waterhoogte aanwijst, dan denk ik: ‘zo hoog kan het water dus komen. Komt het hoger, dan stroomt de badkuip vol. En die badkuip, dat is de Bommelerwaard.’
Het is een mooi gebied, waar ik graag woon. Maar we zijn kwetsbaar. Dat heb ik ervan meegekregen."
Vincent Wibier, 2023, Regional Archief Rivierenland, CC-BY-SA
Sprekende Herinneringen
1950-2000
Rivierengebied