Weeskind, dichter, vakbondsman Cees Hamet

Weeshuis

Twee maanden later stierf zijn vader. Cees was drie en wees. Zijn broer en zussen werden opgenomen in het Katholieke Weeshuis aan de Hessenberg, maar Cees was nog te jong en werd ondergebracht bij een boerengezin in Hees. Op zesjarige leeftijd verhuisde ook hij naar de Hessenberg en verbleef veertien jaar in het weeshuis.

Arbeidersbeweging

Na zijn ontslag daar, verkeerde hij al snel in de opkomende linkse beweging in Nijmegen. Hij werd lid van het linkse koor De Stem des Volks, ging artikelen schrijven voor De Arbeid, het Socialistische Weekblad voor Gelderland en werd lid van het PAS, een linkse vakvereniging. Hierdoor verloor hij zijn werk. Op zoek naar nieuw werk emigreerde hij in 1907 naar Duisburg in het opkomende Ruhrgebied.

Terug naar Nijmegen

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd hij teruggestuurd naar Nijmegen. Vanwege de grote woningnood woonde hij met zijn gezin in de biljartkamer van het voormalige hotel Place Royale aan de Ridderstraat - in de Nijmeegse Benedenstad.

Al snel werd hij voorzitter van de Nijmeegse afdeling van de federatieve Nederlandse Bouw-vakarbeidersbond en schopte hij het tot gemeenteraadslid van de Communistische Partij Holland (CPH)van 1919 tot 1923. Hij organiseerde (grote) stakingen in de bouw en zette zich in voor de verbeteringen van de werkomstandigheden van Nijmegenaren in de werkverschaffing in Enter, Overijssel. Hij was ook dichter en schreef ook in het Nimweegs, hem wel bekend uit zijn tijd als weeskind in de bedompte Benedenstad: 'Naor buuten! De hei ien en dwars deur ut Bosch! Daor leerde wer leven en hopen!'.

Deze special is een bewerking van de dubbelexpositie 'De sanering van de Benedenstad. Een Ongekend Nijmeegs verhaal' die in oktober 2022 te zien was in het Regionaal Archief Nijmegen en het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis.

Rechten

René van Hoften, CC-BY-NC