De bronbossen op Middachten vormen nog steeds een uniek natuurgebied en zijn van grote cultuurhistorische waarde. Het gebied is beperkt toegankelijk, maar vanwege de kwetsbaarheid is een groot gedeelte voor het publiek niet toegankelijk. Eens in de twee jaar wordt er in het voorjaar een excursie georganiseerd voor genodigden. Toch zijn er in het openbare gedeelte ook plekken waar je kunt zien hoe de wilde sleutelbloem, het paarbladig goudveil en het knikkend nagelkruid bloeit en waar je een ringslag weg kunt zien schieten. Het gebied heeft een heel bijzondere mos-vegetatie met wel 55 soorten. Er zijn echter bedreigingen voor deze unieke plek. Dat zijn de verdroging, de vermesting en achterstallig onderhoud. Over deze onderwerpen ga ik in gesprek met Age Fennema, rentmeester op Middachten. Samen met Henri Kleijer en andere betrokkenen beheert hij, in opdracht van de graaf Von Ortenburg, het landgoed.
Kasteel Middachten is in de vroege Middeleeuwen gebouwd als een verdedigingswerk op een verhoging in de uiterwaarden bij de IJssel. Rondom het kasteel lag het Middachterbroek, een moerassige omgeving aan de Veluwezoom. De slotgrachten van het kasteel werden gevoed met kwel vanuit het Veluwemassief. In grote lijnen bestaat deze situatie nog steeds, al is de burcht in de zeventiende eeuw omgetoverd tot een landhuis en de omgeving ervan tot een lustoord. Het landhuis wordt nog steeds particulier bewoond en het landgoed, dat zeker 1000 ha bestrijkt, wordt al vanaf de Middeleeuwen door vererving door dezelfde familie beheerd. Het water, dat als kwel aan de oppervlakte komt in de bronbossen aan de Veluwezoom, heeft door de eeuwen heen een belangrijke rol gespeeld op het landgoed en bij de tuinaanleg op Middachten. Maar was ook belangrijk voor de tuinaanleg van Avegoor en Hof te Dieren.
“Ik ben in augustus ‘97 in dienst gekomen bij de vorige rentmeester van Middachten. En al vrij gauw kreeg ik het beheer van een groot deel van het landgoed op mijn bordje. We zijn in 1998 maar meteen aan de slag gegaan met het uitbaggeren van de Paardengracht. Ik begeleidde dat samen met de bosgroepen, maar ik had toen nog geen idee hoe dat hele watersysteem in elkaar zat. In datzelfde jaar kwamen we ook in gesprek met het Waterschap Rijn & IJssel. Zij wilden de Ruitersbeek, dit naar de wens van de eigenaar van Hof te Dieren Stichting Twickel, weer watervoerend maken. De vijvers verdroogden op hun landgoed door de waterwinning in Ellecom. In het verleden kwam er wel voldoende water vanaf Middachten via de Ruitersbeek naar de vijvers op het Hof te Dieren. Voor deze actie was bij ons de tijd nog niet rijp.”
Stichting Twickel vond het natuurlijk heel jammer dat die waterstroom naar Hof te Dieren nog even geen prioriteit had voor de beheerders op Middachten. Age geeft dat als volgt aan: “Het ging ons in eerste instantie om het bijzondere bronbos op ons eigen terrein, dus het gebied bij het Kooibos en het Faissantenbos. Onderzoek naar de situatie aldaar ging wat ons betreft voor. De vorige graaf, Auro Ortenburg, leefde toen nog. Van hem is in dit verband de uitspraak: ‘Oké, waterkwantiteit is nu een ding, maar de waterkwaliteit is ook belangrijk’. Toen vonden er snel achter elkaar een aantal ontwikkelingen plaats. In 2000 is er een grote vegetatieopname gedaan in opdracht van de provincie (Natura-2000). In dezelfde tijd is dit gebied als bijzonder te beschermen gebied, en wel tot anti-verdrogingsgebied, aangewezen. Het was een van de tien gebieden in heel Gelderland. Een groot aantal beken is aangewezen als HEN en SED water; water met het hoogste ecologische niveau en water met een specifiek ecologische doelstelling. Alles kwam toen in een soort stroomversnelling. Ook voor het Waterschap was het wel even slikken, want de focus kwam op het bronbos op Middachten te liggen en niet bij Hof te Dieren. Er is toen een groot onderzoek gedaan naar de verdroging en er werd een project gestart om de verdroging in het bronbos tegen te gaan. In de laatste fase van dit project ‘Havikerwaard’ hebben we ons toch weer coöperatief opgesteld en de verdeling van het water opnieuw besproken. Zo ben ik als rentmeester langzaamaan meegezogen in de ontwikkelingen. Ja, het moet een oude strijd zijn tussen Middachten en Hof te Dieren. We hebben er nooit uitgebreid archiefonderzoek naar laten doen, maar er moeten nog wel stukken zijn uit de zeventiende en de achttiende eeuw over de verdeling van het water. “
Als rentmeester behartigt Age de verschillende belangen van het landgoed voor de eigenaar, de graaf Von Ortenburg. Naast de economische belangen richt hij zich met passie op de ecologische én cultuurhistorische waarden in het landschap. Het lijkt erop dat die bij het beheer van het bronbos wedijveren om de aandacht en soms met elkaar in conflict zijn. De rentmeester vervolgt: “Uit onderzoek van studenten Larenstein is gebleken dat er in het bronbos een kalkrijke bodem is, die zorgt voor een specifieke vegetatie. Je treft hier een zeldzame beekvegetatie aan, waaronder het knikkend nagelkruid en het paarbladig goudveil. In het voorjaar kun je hier ook volop de wilde sleutelbloem zien bloeien. Dat koesteren we, maar we hebben ook te maken met de andere kant. De huidige graaf, Frans von Ortenburg, heeft veel interesse voor cultuurhistorie; meer dan zijn vader die bosbouwer was. We stellen ons positief op ten opzichte van de ecologische verbeteringen, maar de cultuurhistorie mag daar niet onder leiden. In het bronbos loopt bijvoorbeeld nog een traject van een Middeleeuwse weg, die herkenbaar moet blijven. Ook staan er nog een aantal heel oude eiken, die de Twaalf Apostelen worden genoemd. Voor deze eiken kan de vernatting van het gebied weer een bedreiging zijn. Diverse watergangen zijn van betekenis voor de flora en fauna, maar hebben in het verleden ook een rol gespeeld bij de watermolenindustrie en bij de formele tuinaanleg. Er zijn aanwijzingen dat er een eendenkooi heeft gelegen in het Kooibos. Bij het herstel heb je te maken met de ecologische én cultuurhistorische waarden. De kosten die gemoeid zijn met het herstel van deze waarden zouden gedragen moeten worden door de maatschappij en niet alleen op de schouders van de graaf moeten rusten. Het betreft hier een maatschappelijk belang en daarvoor is ook een breed maatschappelijk draagvlak. Veel bezoekers genieten van de tuinen en de omgeving van landgoed Middachten.”
Op Middachten wordt anders tegen de verdroging aangekeken dan op landgoed Hof te Dieren. Age licht dit toe: “Er is na de eerste gesprekken over de verdroging met het Waterschap en Hof te Dieren een groot onderzoek gedaan naar waar die verdroging van het bronbos nu vandaan kwam, want niet alleen de vijvers van Hof te Dieren, maar ook onze bronbossen waren verdroogd. Als je de vegetatieonderzoeken vanuit Wageningen van 2000 vergeleek met die van eind jaren '50 waren bleek dat een groot deel van de bronnen waren opgedroogd, behalve een hele grote bron, die achter de Eikenstraat, achter boerderij Borg-Keppel.
Uit een ander onderzoek is gebleken dat de waterwinning van Vitens niet de grote boosdoener van de verdroging voor ons was. In de jaren tachtig hebben er in het Middachterbroek optimaliseringswerkzaamheden plaats gevonden, waarbij sloten werden verdiept. Dat was eigenlijk heel dom, want daarbij werd de kleibodem van de watergang kapot gemaakt. Zo maak je eigenlijk de sloten lek, want onder die klei ligt zand waar het water door weg zakt. Hierdoor is heel veel kwelwater via de sloten richting IJssel gelekt. Het plan is nu om die sloten weer te verkleien en een heel grote sloot, aan de zuidkant van het kooibos, te dempen. Dat betekent natuurlijk wel dat de landbouwgronden weer net zo nat als vroeger worden en dat heeft ook consequenties voor het gebruik. Er is nu een nieuwe boer die hier wel mee uit de voeten kan, maar er moet nog veel geregeld worden. Door al die maatregelen zijn ook de tuin en het park wel veel natter geworden en dat vraagt ook weer om aangepast beheer.”
Voor de instandhouding van het landgoed zijn de inkomsten van de pacht essentieel, maar de plek van een boerenbedrijf kan ook een bedreiging vormen voor het kwetsbare natuurgebied. Voor een rentmeester/ beheerder van dit landgoed een duivels dilemma.
“We hebben ook onderzoek laten doen naar de vermesting van de bronnen, op initiatief van de graaf. Dat bleek inderdaad het geval te zijn. Afstromend erfwater bleek de oorzaak. We moeten natuurlijk met de boeren praten, ook in de Ellecomse polder. Rondom de loop van de oude Ruitersbeek hebben we gronden waarover beheersovereenkomsten zijn afgesloten. Zo verplichten we een nieuwe boer om die te respecteren tot het verleen afloopt, zodat ook daar de beek van het waterschap schoon blijft. Ze kunnen niet zomaar gaan rijden met allerlei mest. We zijn benieuwd wat dat voor effect heeft op de flora en fauna. Er is een paar jaar geleden een 0-meting uitgevoerd, zodat we het effect van al die maatregelen kunnen monitoren.
De boerderij aan de Eikenlaan, Borg-Keppel, ligt op een heel vervelende plek. Die heeft ook invloed op de bronbossen en dus op de kwaliteit van het bronwater. Een bedrijf moet zich weliswaar aan de milieunormen houden, maar er wordt daarbij niet gekeken naar de effecten van de afstroom op het grondwater. Er is nu een plan om het bedrijf te verplaatsen naar de benedenstroom, zodat de bron geen hinder ondervind van de afstroom op de boerderij. Daar is dan weer een bestemmingsplanwijziging mee gemoeid. Het is allemaal nodig om dit bijzondere gebied te bewaren.
Daarnaast willen we ook het agrarisch gebruik op het landgoed in stand houden, want de band met het landgoed is in feite ook van cultuurhistorisch belang. Het brongebied is helemaal niet zo groot, maar het is wel uniek in Nederland.”
Op Middachten zijn, naast de vaste medewerkers, wel over de honderd vrijwilligers aan het werk om het landgoed in stand te houden. “Als je kijkt naar een foto uit de jaren ’60 dan zie je 20 man vast personeel in de winter. Ja, die tijd komt nooit meer terug. En dan is het natuurlijk ontzettend fijn als er vrijwilligers zijn die een bijdrage leveren. Voor een deel doen we dat met werkvoorziening, mensen die speciaal in de winter komen werken. Maar daarmee los je het probleem van het onderhoud in het bronbos niet op. Het blijft voor een groot deel handwerk en niet met machines. Je kunt er voor een deel niet eens komen met machines. We zijn ontzettend blij met de inzet van de vrijwilligers van de Bekenstichting. We gaan met hen ook nog een keer op excursie naar de Twaalf Apostelen, want in dat deel van het bronbos zijn ze nog niet geweest.”
“Ik blijf het toch heel mooi vinden om bij de Twaalf Apostelen te staan. Dat is een gebied waar ik persoonlijk heel erg van kan genieten. Het is mooi dat je het watersysteem steeds meer zichtbaar krijgt in het landschap, dat als er iets is gebeurd dat je gaat snappen hoe het werkt. Ja, in het voorjaar die bloemenpracht dat is natuurlijk immens, met al die sleutelbloemen. Het is altijd weer een feestje als je daar in het voorjaar in gaat en zeker als je daar in je eentje loopt...dat is echt super. En die combinatie met ringslangen en ijsvogels eh.... Ja, het is gewoon een heel rijk gebied. In de verte hoor je altijd de snelweg en het spoor en je hoort de koeien, dus je weet dat het geen groot oer-gebied is, en toch heeft het iets heel ongerepts. Vlak bij de bewoonde wereld: dat maakt dit gebied toch wel heel bijzonder.”
Dit verhaal is vastgelegd in de periode 2016-2018 door vrijwilligers van de Oral History Werkgroep Gelderland, de Bekenstichting en de Museumfabriek Winterswijk. Mede gefinancierd door Waterschapsfonds Gelderland.
Marianne Poorthuis, CC-BY-NC
Leven met water in Gelderland
Landschap
Landbouw
1950-2000
2000-nu
Rheden
Arnhem e.o.