Hermanus Croes moet meer dan een halve eeuw lang een bekend persoon zijn geweest in Tricht. Op 15 augustus 1962 vierde hij zijn gouden jubileum op het watergemaal als machinist in dienst van het polderdistrict Lek en Linge. Daarvoor werkte hij bij de dorpspolder Tricht, waar hij vooral bezig was met het onderhoud van slechte wegen.
'Ik begon met zestig cent per dag te verdienen, later werd dit een gulden per dag. Toen de betrekking van nachtmulder op de watermolen aan de Bisschopsgraaf vrij kwam werd Hermanus benoemd. Vele nachten bracht hij daar in eenzaamheid door en als dan de wind door de zeilen joeg en het scheprad klotsend het overtollig water wegmaalde, dan was Croes in zijn Nopjes. 'Er is geen mooier spel dan het spel van de wind,' zegt de jubilaris.
'Helaas werd deze molen gesloopt toen er een gemaal in de dijk gebouwd werd'. Vol trots toont Croes nog de foto, waarop het nieuwe gemaal met de oude molen staat. Er stonden vroeger trouwens twee molens langs de bisschopsgraaf, de zogenaamde hoge en de lage molen. Beiden zijn uit het landschap verdwenen.
'Hier aan de Neust liggen twee gemalen bij elkaar, ook het Beusichemse gemaal, dat vroeger een stoomgemaal was. Ik heb nooit met stoom gewerkt, doch weet ik nog goed, dat het op stoom ging,' vertelt Croes als we in het gemaal bij het enorme scheprad staan te kijken. 'Toen machinist Sieben wegging, waren er liefst 49 sollicitanten voor deze betrekking, maar ik kreeg dit baantje er bij, zodat ik machinist over twee machines werd. Ik woon hier werkelijk midden tussen mijn werk. Ik heb winters meegemaakt met enorm hoog water en allemaal maar malen ein in 1929 hebben we de gehele winter niet gedraaid want er was geen water. Ik zal het nooit vergeten.
Ik was eens een dag in Den Haag gelogeerd en zou er ook blijven slapen maar het was hoog water. Mijn jongens zorgden voor de machines, doch ik kon het niet houden en tegen de avond was ik weer thuis en stond weer bij de machine. Ik heb het eens meegemaakt dat er 300 pond Brasem in de waterkelder zat. Bij wasteilen vol hebben we ze er uitgehaald. We hebben ze allemaal uitgedeeld.'
'Het malen met het scheprad komt niet meer voor. Dat is wel jammer, want als het scheprad door het water slaat, is dat een machtig geluid. Ik leef alleen voor de machines,' zegt Croes. 'Als ik er af zou moeten in verband met mijn leeftijd, zou ik dat ontzettend vinden. Ik houd veel van de machines,' zegt de waterveteraan, terwijl hij de motoren goedkeurend klopt.
Uit: De Gecombineerde, 16 augustus 1962