In een huisje op de hei niet ver van Bennekom woonde Jan van Poorte met zijn 7 onnozele dochters. Op een avond stond er een marskramer voor de deur met een kast op zijn rug, die vroeg of hij bij hen kon slapen. “Kom d’r in”, zei Jan. De meisjes waren nieuwsgierig naar de vriendelijke koopman en zijn kast. Het jongste meisje wilde het bovenste laatje opentrekken, maar haar handje werd tegengehouden. "Daar mag je niet aankomen, die la moet dichtblijven” hoorde hun vader vanaf het vuur. Daar kon nog wel eens wat moois inzitten, dacht Jan.
Jan bleef denken aan het laatje en sloop na middernacht naar de slapende man en zijn kast. Hij opende het bovenste laatje en greep ernaar. Ineens was de kamer verlicht en zag Jan dat hij en klomp zuiver goud in zijn hand had, in de vorm van een hart. Daarna werd het weer donker en zag hij niets, en voelde het goud uit zijn hand vallen, maar kon het niet meer terug vinden.
Toen de koopman wakker werd merkte hij dat het bovenste laatje open was geweest. Hij vroeg aan het gezin wie er in het laatje had gezeten, en Jan werd kwaad en trok zijn geweer.
Dus vertrok de koopman. Bij de deur draaide hij zich om en zei “De steen krimpt en zal ellende brengen aan diegene die hem onrechtmatig bezit. Het hart van de dief zal tot goud verstijven met de dood tot gevolg.”
Jan doorzocht het hele huis maar vond niets.
Op een dag werd een van de meisjes ziek, en stierf. Jan herinnerde zich de woorden van de man en sneed het borstje open om het gouden hart te pakken. Het koude hart was niet van goud. Jan begreep het niet, hij werd geobsedeerd door het gouden hart. Diezelfde avond doodde hij zijn zes dochters omwille van de waan dat een van hen een hart van goud moest hebben.
Voor de zon op kwam waren er 7 zandgraven in het brede dal van de heide. De eerste nacht na de gruwelnacht kon Jan niet meer in het stille huis zijn. Met het mes in de hand rende hij de hei op waar een jachtopziener hem een week later dood vond.
Er zijn niet ver van de plek waar het huisje heeft gestaan 7 waterkolken. In het midden op een bult staat een armzalige eik. Als de zon onder is komt men hier niet graag. Er komt dan een krakend steunen uit de eikenstam.
Luister hier het verhaal over 'de eik en de 7 kolken', verteld door Gery Groot Zwaaftink.
Gery Groot Zwaaftink, CC-BY-NC
Een wagen vol verhalen
Landschap
Streekgeschiedenis
Ede
Landschap
Veluwe