Datering Middeleeuwse kelder Kelfkensbos ontrafeld

Verwoest door brand in de elfde eeuw

Tussen 1996 en 1998 heeft de gemeente Nijmegen, voorafgaand aan de bouw van Museum Het Valkhof, opgravingen verricht op het Kelfkensbos. Het onderzoek bracht veel interessante zaken aan het licht, waaronder resten van het laat-Romeinse castellum, waarbinnen Karel de Grote zijn palts liet bouwen. In 2015 is veel aandacht besteed aan de vondsten uit een middeleeuwse kelder.

Deze natuurstenen kelder bevond zich tussen twee laat-Romeinse castellumgrachten en direct ten oosten van de verdedigingsgracht (novum fossatum) die Otto II (1215-1271), graaf van Gelre, rond het midden van de dertiende eeuw liet graven. Van de keldermuren was alleen de onderste meter bewaard gebleven. Het muurwerk bestond grotendeels uit blokken tufsteen die in witte kalkzandmortel waren gemetseld. Zij vormden daarmee de stenen bekleding van wat voor de rest uit weinig meer bestond dan mortel en stukken Romeins bouwpuin. Aan de noordzijde zat de kelderingang.

Verwoest door brand

De kelder lijkt na een heftige brand buiten gebruik te zijn geraakt. De kelderwanden vertoonden duidelijke sporen van verhitting. Verder werd onderin de kelder een houtskool-laag aangetroffen met daarin resten van verkoolde planken en balken. Waarschijnlijk gaat het hier om een door brand verwoeste houten vloer en/of houten plafond. Het bleek dat meerdere aardewerkfragmenten uit verschillende lagen, waarmee de kelder was dichtgegooid, aan elkaar pasten. Dit wijst er op dat de kelder na de brand blijkbaar in korte tijd is dichtgegooid.

Restanten in haardplek nuttig voor datering

Hoe de ingegraven sporen onder het veronderstelde vloerniveau moesten worden geïnterpreteerd, liet zich lastiger bepalen. Dankzij een intensief onderzoek konden drie reliëfbandamforen, archeologisch gezien, bijna compleet gemaakt worden. Het gaat om het exemplaar in een vermeende ‘haardplek’ en twee exemplaren waarvan de meeste fragmenten uit de keldervulling afkomstig zijn. Alle dateren uit de tiende of de eerste helft van de elfde eeuw. Waarschijnlijk zijn deze reliëfbandamforen gebruikt als voorraadpot en waren zij oorspronkelijk voor een deel ingegraven in de kelder.

Hertogelijke daad van verzet

Tot nu toe is de natuurstenen kelder op het Kelfkensbos altijd in verband gebracht met de rond 1250 gesloopte pastorie. We kunnen echter concluderen dat de kelder waarschijnlijk al rond het midden van de elfde eeuw buiten gebruik is geraakt. Mogelijk is de brand die het einde van de kelder betekende, gerelateerd aan de gebeurtenissen in 1047. In dat jaar werd de palts van Nijmegen in brand gestoken door de opstandige hertog van Opper-Lotharingen, Godfried II met de baard (1010-1069). Hij was een fel tegenstander van de keizer Hendrik III (1017-1056) van het Heilige Roomse Rijk die hem een jaar eerder al zijn titels had ontnomen. Als daad van verzet tegen het centrale gezag stak Godfried op zijn beurt in 1047 de keizerlijke palts in Nijmegen in brand.

Dit verhaal is afkomstig uit de Gelderse Archeologische Kroniek 2016.


Rechten

Arjan den Braven, Iris Dracht (red.), Gelderse Archeologische Kroniek 2016, CC-BY-NC

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl