Het ‘Bakkersstraatje’ is een bijzonder straatje, net buiten het dorpje Vuren, gelegen tussen de Groeneweg en de Waaldijk. Op verzoek van de gebroeders Van Willigen, plaatselijke broodbakkers, werden zeven arbeiderswoningen rond 1925 gebouwd. De huur werd vervolgens voldaan aan een van de broers, vanwege zijn beroep ‘Den Bakker’ genoemd. Op deze manier is dit straatje aan haar naam gekomen. Bij de dijkverzwaring na de bijna-ramp van 1995 werden de gebouwen gesloopt en verdween het Bakkersstraatje.
Het knusse straatje heeft door de jaren heen diverse bewoners gekend. Een oud-bewoonster herinnerde zich nog de fijne tijd en de schik die de bewoners er met elkaar hadden. In de jaren '70 van de vorige eeuw, werden de huisjes onbewoonbaar verklaard. De wc was destijds naast de keuken geplaatst en niet ieder huisje had een douche. John Tromp en zijn vriendin kochten vijf van de zeven huisjes en gingen er samenwonen, wat voor die tijd heel wat was. Nadat ook de huurders uit de laatste twee huisjes waren vertrokken, kregen ze het gehele pand in bezit. Zij verbouwden het tot één huis met opslagruimte. Een enorm project. Toen was al bekend dat de laatste twee huisjes zouden moeten wijken voor de dijkverzwaring. Na enige tijd werd een gezin gesticht. De kinderen groeiden er op met fijne buren, groen en ruimte, zochten en vonden er scherven van servies, pijpjes en dergelijke. Ze renden tussen de mais op de nabijgelegen akker, smulden van het fruit van de bomen, speelden verstoppertje en schaatsten er op slootjes en op de tegenoverliggende ijsbaan.
Totdat in 1995 het water van de rivier de Waal steeg en zo hoog aan de dijk kwam te staan, dat evacuatie van bewoners noodgedwongen moest plaatsvinden. Vurenaren pakten zo veel mogelijk in, sloegen hun inboedel op, probeerden alles in veiligheid te brengen en zichzelf te beschermen tegen het dreigende water. Zo werd ook het Bakkersstraatje verlaten, in de hoop dat het water het niet zou verwoesten. Na de grote uittocht naar veiligere gebieden, bleef Vuren stil en verlaten achter. Een spannende tijd, totdat het water zakte en er groen licht kwam voor de terugkeer. Vuren en daarmee ook het buitengebied, waaronder het Bakkersstraatje, had het gelukkig droog gehouden. Opgeluchte bewoners kwamen terug en nu hun huis toch zo goed als leeg was, ging er gelijk een kwast verf doorheen en werd er geklust. Deze extreme hoogte van het water in de Waal was een acute reden om zo snel mogelijk tot versterking van de dijk over te gaan om deze gevaarlijke situaties te voorkomen.
Lange gesprekken met het Polderdistrict, vergaderingen, voorstellen, protesten en procedures tot aan de Raad van State aan toe volgden. Een zware en verdrietige strijd voor degenen die vochten om zijn of haar bezit te beschermen en te redden tegen sloop, schade of vreemde constructies. Het was onvermijdelijk de sloop van twintig dijkwoningen tegen te houden en daarmee kwam in de plannen, na veel onzekerheid, opeens een groot rood kruis door het Bakkersstraatje te staan. Eerst werd de achterste helft van dit huis, grenzend aan de Waaldijk, gesloopt. Een half huis bleef nog een tijdje overeind. In het voorste en daarmee laatste deel werd later de sloopkogel gezet. Hiermee kwam een eind aan een bijzonder straatje met een rijke geschiedenis, waar vele avonturen beleefd werden. Met pijn en verdriet werd het verlaten.
Bron:
Uit familieoverleveringen opgeschreven
Dit is een venster uit de Canon van West Betuwe
Vorige vensterVolgende venster
Annette Tromp, CC-BY-NC