In 1794 krijgt Maas en Waal het zwaar te verduren. Het toch al arme gebied wordt nog eens zwaar getroffen door de strijd tussen het Franse leger en het leger van de Republiek met zijn bondgenoten.
In 1789 vindt de Franse revolutie plaats. De aristocratie en de kerk verliezen hun macht. De Franse revolutionairen gaan op veldtocht om hun ideeën over heel Europa te verspreiden. Een Frans leger onder leiding van generaal Pichegru trekt in 1794 ons land binnen. Naar Frankrijk gevluchte Patriotten, waaronder de brigadegeneraals De Winter en Daendels, trekken met hem mee. Het leger van de Republiek onder gezag van stadhouder Willem V krijgt steun van Engeland, Oostenrijk en Pruisen. Ook vecht er een legertje van Franse émigrés mee. Dit legertje, onder leiding van de Prince de Rohan, bestaat uit Fransen die hun land ontvluchtten, omdat ze tegen de Revolutie zijn.
In de zomer van 1794 valt Pichegru succesvol de Zuidelijke Nederlanden aan. De Fransen worden daar de baas. Maar Pichegru wil meer. Zijn doel is het resterende deel van de geallieerde strijdmacht compleet te vernietigen. Op 14 september wint hij de slag bij Boxtel. Op 9 oktober capituleert, na een kort beleg, ’s Hertogenbosch. Pichegru trekt verder richting Maas en Waal. De geallieerden, onder leiding van de Engelse hertog van York, zijn door alle verliezen gedesillusioneerd. Eigenlijk wil de hertog van York nog maar één ding: de aftocht blazen, terug naar Engeland. Hij richt daarom 'voorposten' in, op plekken waar hij zich bij aanvallen verdedigen kan. De term is verwarrend, want de voorposten zijn bedoeld om bij het terugtrekken het Franse leger op een afstand te houden.
De Fransen willen het geallieerde leger vernietigen. Ze bouwen een schipbrug bij Luttereind (Alphen) en steken de Maas over. De geallieerden verschansen zich in de voorposten achter de Oude Wetering, de Maas- en de Waaldijk. Op 19 oktober vallen de Fransen op drie plaatsen de voorposten aan: bij Appeltern (Blauwe Sluis), Altforst en de Waaldijk bij Druten (Puiflijk). De strijd die volgt staat bekend als de slag bij Puiflijk. Bij Blauwe Sluis dringen ze de legermacht van De Rohan na felle gevechten terug. Hierbij nemen ze negentien émigrés gevangen. Deze worden door een Franse militaire rechtbank in Ravenstein geëxecuteerd.
In Altforst verjagen de Fransen een groot regiment infanterie. Ze stoten door naar de Waalbandijk in Druten (Puiflijk) waar de Engelsen gelegerd zijn. Een dure vergissing van de Engelsen beslist hier de strijd. Het leger van de Franse émigrés draagt bijna dezelfde uniformen als de soldaten van het Franse leger. Als de Engelse aanvoerder de Franse troepen aan ziet komen, denkt hij dat het om bondgenoten gaat en brengt hij zijn leger niet in stelling. De Franse overwinning is enorm: veel Engelsen worden gedood, tien officieren en 402 manschappen worden gevangen genomen.
Na de overwinning vindt Pichegru het te gevaarlijk om meteen door te stoten om de rest van de republiek te veroveren. De bevoorrading van de veertigduizend man tellende troepenmacht wordt steeds moeilijker en hij heeft te weinig financiële middelen. Pichegru blijft voorlopig beneden de Waal. De bevolking van Druten en omgeving krijgt het zwaar te verduren. Er dreigt honger: er is te weinig eten voor zowel de soldaten en de eigen bevolking. De Maas en Walers moeten hand- en spandiensten verrichten, waarvoor ze vaak niet meteen betaald worden. Ze moeten soms jarenlang en vaak tevergeefs op hun geld wachten. Pas eind december als de rivier de Waal zit dichtgevroren trekken de Fransen verder en kan het berooide Maas en Waal opgelucht adem halen.
Dit verhaal is onderdeel van het Verhaal tussen Maas en Waal. Het volgende venster is hier te vinden.
Bronnen en verder lezen:
Adriaan Maters, Historisch Besef Beuningen, redactie Tweestromenland, CC-BY-NC
Verhaal tussen Maas & Waal
Oorlog
1700-1800
Druten
Rijk van Nijmegen