Op 16 juni 1936 werd de Waalbrug feestelijk geopend. Nadat koningin Wilhelmina met een zilveren schaar het lint had doorgeknipt, trok een stoet versierde auto's de brug over. Toch was niet iedereen blij. Voor winkeliers uit de benedenstad was het een sombere dag.
Eeuwenlang staken mensen de Waal over met een pont. In 1911 besloot de gemeenteraad dat er een verkeersbrug moest komen die uitkwam bij de Belvédère. Maar Nijmeegse winkeliers uit de benedenstad wilden dat de brug zou uitkomen bij de Ganzenheuvel, waar zij hun winkels hadden. Anders zouden er veel minder klanten komen. Ze verzetten zich dan ook fel tegen de Belvédèrebrug. En met succes. In 1917 besloot de gemeente voorlopig geen brug te bouwen.
In de jaren twintig werd de Waal steeds drukker bevaren. Dat maakte de oversteek met de pont gevaarlijker. En er kwamen steeds meer auto's, brommers en fietsen. Hierdoor moesten mensen erg lang wachten bij de pont. Daarom werd toch besloten de brug aan te leggen. Ook al kwamen de winkeliers opnieuw in verzet.
In 1931 begon de bouw. Een grote groep Nijmeegse werklozen werd hiervoor aan het werk gezet. Vijf jaar later was de brug af.
Zoals de winkeliers in de benedenstad al dachten, verplaatste het centrum van de handel zich naar de bovenstad en de nieuwe buitenwijken. De benedenstad zou langdurig een probleemwijk worden.