In het begin van de negentiende eeuw kreeg de Hattemer infrastructuur langzamerhand een duidelijkere vorm. Onder andere door kanalen te laten graven, wilde Koning Willem I Nederland verder ontwikkelen. Dat leidde in 1829 tot de opening van het Apeldoorns Kanaal, het kanaal tussen Hattem en Apeldoorn.
Op de Hoenwaardse Brug (ter hoogte van de huidige Nieuweweg en de Gelderse Dijk) was bij de opening een groot spektakel. De Hattemse schutterij stond in de houding, een Zwols muziekkorps speelde er lustig op los en salvo’s uit geweren en kanonnen waren niet van de lucht. Het kanaal bezorgde Hattem echter niet het gehoopte economische rendement.
Een jaar later, in 1830, kwam een veel belangrijker verbinding tot stand: de Zuiderzeestraatweg, die Zwolle met Amersfoort verbond. Ook voor Hattem zeer de moeite waard. In 1845 kreeg Hattem er nog een verbinding bij: een grindweg naar Apeldoorn (Het Loo).
Dat was ook een initiatief van Koning Willem I, waarvoor Hattem echter niet warm liep. De algemene gedachte was namelijk dat de kosten niet tegen de baten zouden opwegen. De weg bleek daarbij dramatische gevolgen te hebben voor historisch Hattem. De wegenbouwer had namelijk veel geld over om puin voor de weg te gebruiken, met als gevolg dat talrijke historische bouwwerken in Hattem met de grond gelijk werden gemaakt. Zo verdween onder meer het bolwerk voor de Dijkpoort en werd de stadsmuur deels afgebroken.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Hattem. Het volgende venster is hier te vinden.
Heemkunde Hattem, CC-BY-NC
Hattem
Streekgeschiedenis
1800-1900
Hattem
Veluwe