Midden op de Ermelose Heide ligt een bijzondere aarden structuur. Het is een enorme wal die een deel van een rechthoekig gebied van 9,1 hectare omsluit. Het betreft namelijk een Romeins marskamp. Een legioen Romeinse soldaten heeft op deze plek een marskamp aangelegd om hun tenten voor waarschijnlijk een nacht op te zetten. In 2020 is vastgesteld dat de Romeinen Ermelo meerdere keren een bezoek hebben gebracht.
Het Romeinse marskamp op de Ermelose Heide is al lange tijd een bekend fenomeen in het landschap. Op een historische kaart van 1850 is het kamp zichtbaar. Door de onnatuurlijke vorm weten we dat het door mensen in een ver verleden aangelegd is. Het marskamp wordt op deze kaart aangeduid als ‘Heidensch Kamp’. In de jaren 20 van de twintigste eeuw heeft de archeoloog Holwerda onderzoek gedaan naar het kamp en daaruit blijkt dat het een Romeins marskamp betreft dat tussen 170-180 na Christus is aangelegd. Tijdens het onderzoek zijn verschillende vondsten gedaan die nu te zien zijn bij Museum Het Pakhuis in Ermelo. Bij de renovatie van de wal in 2006 is het beeld van de Romeinse soldaat geplaatst. De hurkende Romein is gemaakt door Gerrie Hondius. In 2018 komt er ook een bronzen plaquette met een afbeelding van het hele kamp.
In 2017 blijkt dat Romeinen vaker een bezoek hebben gebracht aan Ermelo. Tijdens het afspeuren van een speciale hoogtekaart (Actueel Hoogtebestand Nederland) valt het oog van een archeoloog op een wel heel bekend ogende structuur in de bossen ten zuiden van Ermelo. Hij vindt net zo’n structuur als op de Ermelose Heide, alleen kleiner, 5,8 hectare groot. Alles wijst erop dat ook dit een Romeins marskamp is, maar er moet eerst bewijs gevonden worden voordat dit wereldkundig gemaakt kan worden.
Na twee opgraafcampagnes wordt in september 2020 het bewijs eindelijk gevonden. Naast de uiterlijke kenmerken van een marskamp wordt namelijk ook een Romeinse mantelspeld (fibula), Romeinse munten en aardewerk gevonden waarmee het kamp gedateerd kan worden. Ook een blootgelegd dwarsprofiel gaf de opbouw van zo’n kamp weer. Het kamp blijkt uit de eerste helft van de eerste eeuw na Christus te komen; dat is ouder dan het al bekende kamp op de Ermelose Heide. Bovendien blijkt het meerdere keren gebruikt te zijn! Wat zeker is, is dat Ermelo de enige twee Romeinse marskampen van Nederland binnen haar gemeentegrenzen heeft, dubbel uniek dus!
Het aanleggen van een marskamp pakken de Romeinen erg gestructureerd aan, daarom zijn ze ook zo goed te herkennen. Als door verkenners een geschikte plek is gevonden, worden een aantal centrale onderdelen van het kamp gemarkeerd: de hoeken, de doorgangen van de aarden wal, de hoofdwegen en de plaatsen voor de hogere officieren. De vorm kan variëren van een rechthoek tot een ruit. Als de soldaten arriveren, leggen zij de gracht (fossa) aan, werpen de wal op (vallum) en zetten de tenten op. De grachten worden diep aangelegd, 1 tot 1,5 meter diep, in een v-vorm zodat je er niet gemakkelijk doorheen kan lopen en er worden houten staken op de wal gezet als extra verdedigingsmiddel. De indeling van een marskamp lijkt sterk op de bouw van vaste Romeinse legerplaatsen.
Dit is een venster uit de Canon van Ermelo
Vorige vensterVolgende venster
Bronnen en verder lezen:
Canoncommissie Ermelo, 2022, CC-BY-NC