De historie van Ermelo laat ook sporen achter in de grond. Op de heidevelden en in de bossen liggen kleine heuvels met een ronde vorm. Grafheuvels, die overblijfselen zijn van een oude begrafeniscultuur. Veel van deze heuvels zijn hersteld en zichtbaar gemaakt.
Doden krijgen hun laatste rustplaats in een grafheuvel. Door de grafkuilen af te dekken met verschillende lagen gras- en heidegrond ontstaan de grafheuvels. In eerste instantie is een grafheuvel bedoeld voor één persoon. Meestal is de overledene met opgetrokken knieën op zijn zij in het ondiepe graf gelegd. Soms ook op de rug. Het lijksilhouet van Jantje van Speulde is hier een voorbeeld van.
De doden krijgen in het graf een set giften mee. Denk aan een aardewerken beker, een vuurstenen mes, een stenenbijl. In latere tijden soms ook metalen voorwerpen. In de droge zandgrond blijft het meegegeven aardewerk goed bewaard. Veel grafheuvels zijn in de eerste helft van de twintigste eeuw leeggeroofd.
Soms wordt op de grafheuvel een krans van houten palen geplaatst. Bij twee grafheuvels op de Ermelosche Heide is zo'n paalkrans teruggevonden. Vaak liggen de grafheuvels in clusters bijeen. Af en toe liggen ze in een redelijk rechte lijn langs historische wegen.
Archeoloog Pieter Jan Remees Modderman ontdekt in 1952 een lijksilhouet. Het ligt in een grafheuvel op het Speulderveld. Bij de vondst wordt uitgegaan van het mannelijk geslacht. Daarom krijgt het silhouet een naam naar de vindplaats: Jantje van Speulde. Jantje leeft tussen 1500 en 2000 voor Christus. Uit later onderzoek komt vast te staan dat Jantje een vrouw is. In oktober 2010 wordt het silhouet vanuit een ander museum overgebracht naar museum Het Pakhuis in Ermelo. Eindelijk komt Jantje weer thuis in Ermelo.
In de bronstijd (1500 v. Chr.) gaat begraven steeds meer over naar cremeren. In de ijzertijd (800 v. Chr.) is cremeren de standaard in het begraafritueel. De urn met as wordt bijgezet in een grafheuvel. Hiervoor is de grafheuvel vergroot. De Veluwse bewoners van toen zijn artistiek. Zij maken urnen in een klokkenvorm, zogenoemde klokbekers.
In overleg met Erfgoedbeheer Nederland doen vrijwilligers van de werkgroep archeologie van de Oudheidkundige Vereniging Ermeloo onderhoud aan de grafheuvels. Onderhoud is nodig om de grafheuvels zichtbaar te houden in het landschap. Dit gebeurt door het handmatig verwijderen van struiken en jonge boompjes.
Veel wetenschappelijk onderzoek in de twintigste eeuw leidt onder meer tot een groot aantal aanwijzingen als rijksmonument. De Leidse archeoloog Quentin Bourgeois zet in 2019 het project Erfgoed Gezocht van Erfgoed Gelderland op. Hij heeft hulp van honderden vrijwilligers. In korte tijd vindt onderzoek plaats van duizend km2 Veluwe. Het onderzoek levert vijftienhonderd nieuwe mogelijke plekken van grafheuvels op. Op de Ermelosche Heide liggen nu 46 officieel geregistreerde grafheuvels, maar op het Ermelo’s grondgebied liggen er veel meer.
Dit is een venster uit de Canon van Ermelo
Vorige vensterVolgende venster
Bronnen en verder lezen:
Canoncommissie Ermelo, 2022, CC-BY-NC