In 1568 doet Willem van Oranje een aanval vanuit Duitsland noordwaarts langs de Maas, in de richting van Doetinchem. Een groot aantal Spaanse soldaten wordt hier ingekwartierd in afwachting van Willem van Oranje. Het leger van Oranje valt echter uiteen door geldgebrek en de Spaanse soldaten vertrekken weer.
1572 wordt voor Doetinchem een bewogen jaar. Doetinchem heeft de Spaanse kant gekozen en staat onder bevel van Kapitein Van Rossum. Op 22 juni probeert graaf Willem van den Bergh, zwager van Willem van Oranje, hier binnen te komen maar de toegang wordt hem geweigerd.
Later dat jaar lukt hem het wel en Doetinchem wordt flink geplunderd. De toen nog rooms-katholieke St. Catharinakerk raakt al haar zilverwerk en andere kostbaarheden kwijt. Op 18 oktober is van Rossum even terug, maar 22 oktober is Willem van Oranje weer voor vier dagen de baas. Op 26 oktober trekt Alva's zoon, Don Frederik, met zijn leger binnen. Hij is op wraaktocht langs een aantal steden die de kant van de Oranjes gekozen hebben. Aan het eind van 1572 is Doetinchem toch weer 'Staats' geworden.
In 1579, na zeven rustige jaren, weet Marten Schenk van Blijenbeke, bevelhebber in Spaanse dienst, in de nacht van 9 op 10 juli Doetinchem bij verrassing te bezetten. Er wordt weer hevig geplunderd en de hele Doetinchemse bevolking wordt in de St. Catharinakerk opgesloten, maar gelukkig na 24 uur weer bevrijd. Dit gebeurde door Staatse soldaten en burgers uit Deventer, Zutphen en Doesburg.
In 1582 stelen soldaten, gelegerd in Keppel, koeien uit Doetinchem. Acht dagen later stelen de Doetinchemmers ze weer terug. In 1587 veroveren de Spaanse troepen Deventer en een schans bij Zutphen. Uit voorzorg worden de Gruit- en de Homburgerpoort dichtgemetseld. Gelukkig komt er geen aanval en de poorten kunnen weer opengemaakt worden.
In 1598 wordt Doetinchem bestookt met zware kogels waarvan de kanonnen zijn opgesteld op de heuvels bij Hummelo. Admirant Mendoza trekt op 26 oktober Doetinchem binnen en bezet de stad 10 maanden. Op 27 augustus 1599 verschijnt Willem Lodewijk, neef van Prins Maurits, voor de poorten en na beschietingen besluiten de Spanjaarden de stad op te geven. De laatste Spaanse periode eindigt.
Op 5 juni 1607 worden Doetinchem en Lochem tot neutrale steden verklaard. Na 40 jaar was voor hen de Tachtigjarige Oorlog zo goed als voorbij. Pas op 15 mei 1648 wordt de vrede van Münster getekend.
Naar: G. Blankensteijn. Doetinchem in de loop der eeuwen.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Doetinchem. Het volgende venster is hier te vinden.