
Tot 1935 waren de schipbrug en de gierpont van het Malburgse veer de omslachtige oeververbindingen tussen de stad en de winderige polder Malburgen. Een groot deel daarvan hoorde al eeuwenlang bij het Kleefse Huissen. Na de bouw van de vaste Rijnbrug verrezen op de ingedijkte poldergronden de eerste woningen. De plannen voorzagen in een ruim opgezet tuindorp met veel eengezinswoningen en veel groen, bedoeld voor 15.000 inwoners. Het liep anders, want het zwaar getroffen Arnhem had na de oorlog alleen nog maar behoefte aan heel veel goedkope woningen. Zo werden in een rap tempo portiekflats met vier woonlagen uit de grond gestampt.
Grenswijzigingen met Elst en Huissen maakten een schaalvergroting mogelijk. Zuid telt met nieuwe wijken als Immerloo, 't Duifje, Vredenburg, Holthuizen, Elderveld, de Laar, Rijkerswoerd en recentelijk de Schuytgraaf inmiddels evenveel inwoners als Noord. Met het winkelcentrum Kronenburg, de Rijnhal, zwembad de Grote Koppel, de dependance van het stadhuis, de polikliniek, Gelredome, grote werkgevers en de recreatiegebieden van Meijnerswijk en de Rijkerswoerdse Plassen is Zuid een meer dan volwaardig stadsdeel. Toch bleef er een gevoel van achterstelling verwoord en geïllustreerd door een eigen politieke partij hangen bij veel stadsdeelbewoners. Die emotie zou inmiddels ingeruild kunnen worden tegen een zelfbewuste en trotse opstelling. Zuid is niet minder of meer, maar anders.
Noord is ook onherkenbaar veranderd. De bouwmogelijkheden zijn door het natuurschoon en de hoogteverschillen beperkt. In het oosten verrees Presikhaaf met het in 1965 voor die tijd hypermoderne overdekte winkelcentrum Presikhaaf. Bestaande wijken als de Hoogkamp en de Geitenkamp werden volgebouwd. Cranevelt, de stad in het bos, werd in de jaren zestig aan Alteveer vast gebouwd. De binnenstad is, met de nadruk op het bouwen in Zuid, min of meer het kind van de rekening. Straten en huizen in de oude stadswijken Klarendal, De Weerdjes en St. Marten worden aan hun lot overgelaten. Dankzij veel Haags geld kon met de sloop en herbouw van deze wijken en delen van het Spijkerkwartier, begonnen worden. Het gevoel in Noord dat het centrum van Arnhem vooral een bouwput is, lijkt met het nieuwe stationsgebied en de voorgenomen Rijnboog, al dan niet met een nieuwe haven, voor decennia gegarandeerd.
Elden
De vroegste geschiedenis van Elden tot en met de verzanding van de Grift in de 18de eeuw is al eerder beschreven. Tussen 1813 en 1817 was Elden, zonder eigen wapen, een zelfstandige gemeente, burgemeester was Willem Roodbeen. Bestuurlijke herindeling volgde in 1817 en Elden kwam bij Elst. In de 19e eeuw werden pareltjes als de molen de Hoop, huize Oosterveld, de (voormalige) Waterstaatskerk en huize Westerveld gebouwd. In 1966 gebeurde het onvermijdelijke, Elden werd bij Arnhem gevoegd. Beroering ontstond toen met de komst van het Gelredome het dorpsgezicht en de rust bedreigd leken te worden. Desondanks heeft Elden altijd zijn eigen karakter weten te behouden.
Herinneringsplaatsen:
©
Bedankt voor uw feedback.