Struinend langs de kraampjes op de Pasar Malam Asia in de Americahal in Apeldoorn april 2011, geeft je de indruk dat je even op een Aziatische markt in het Verre Oosten bent beland. Kruidnagel- en satégeuren komen op je af. Je bent in het verre oosten, maar dan wel in het verre oosten van Nederland.
Pasar Malams worden bijna elk weekend verspreid over heel Nederland gehouden. Ze vormen een belangrijke steunpilaar voor het behoud van Indisch erfgoed in Nederland. Van oudsher is de Pasar Malam in Nederland 'the place to be' voor Indische mensen om oude bekenden en familieleden te ontmoeten. Tegenwoordig vindt men onder het publiek ook steeds meer mensen met een Indonesische of andere Aziatische achtergrond en uiteraard ook veel 'belanda's', oftewel Nederlanders. Ook al is het doorsneepubliek van de Pasar Malam de laatste jaren aan het verkleuren, nog steeds functioneert de Pasar Malam als een belangrijk doorgeefluik van Indisch erfgoed in Nederland op de jongere generatie.
In Gelderland vinden er elk jaar een aantal grote en wat kleinere Pasar Malams plaats. Een Pasar Malam betekent letterlijk avondmarkt. Al rond 1810 werd de eerste Pasar Malam gehouden. Om de economie van de koloniale gebieden, destijds was Indonesië in handen van de Britten, een boost te geven, werd een soort kermis plus markt georganiseerd op een van de pleinen van de hoofdstad Batavia. Het evenement was bedoeld om handel en industrie een kans te geven zich te presenteren aan een groot publiek. Het was de bedoeling om ook zo veel mogelijk de lokale bevolking erbij te betrekken. Een maand lang tussen 18 en 23 uur 's avonds was de markt te bezoeken. Ook toen de Nederlanders weer zeggenschap kregen in de kolonie werd de markt voortgezet.
Toen de kolonisatie over was en de Nederlanders Indonesie verlieten, kwam er een migratiestroom van Indische Nederlanders naar Nederland op gang. Tjalie Robinson (echte naam Jan Boon, 1911-1974) was een prominent figuur binnen de Indische gemeenschap in Nederland. Als zoon van een Nederlandse KNIL-militair en een Indische moeder, vertolkte hij in Nederland de stem van de Indische gemeenschap. Tjalie Robinson was hier in Nederland de eerste, die vond, dat een soortgelijk evenement als de Pasar Malam ook hier in Nederland een plaats moest krijgen en zo begon hij in Den Haag in 1958 met een dergelijk evenement. De eerste Pasar Malam in Nederland. De naam van Tjalie Robinson verdient het dan ook als onlosmakelijk te zijn verbonden aan de Pasars Malam hier in Nederland.
Wim en Lia Matthieu uit Apeldoorn bezoeken al sinds 2003 regelmatig Pasar Malams binnen en buiten Gelderland. Wat ooit begon als een toevallig bezoekje aan de Pasar Malam in Utrecht in het spoorwegmuseum, is uitgegroeid tot een serieuze hobby waarbij bijna elk weekend wordt afgereisd naar een Pasar Malam in Gelderland, of daarbuiten. Wim is herkenbaar aan zijn fototoestel, hij maakt graag foto's op de Pasar Malam. Lia, getooid in een in Indonesië gemaakte kebaya, zit altijd vooraan op de eerste rij, want zij komt met name voor de optredens van de artiesten. Ze is vooral een groot fan van Ben Heart. Tijdens een Pasar worden er namelijk niet alleen een grote variatie aan Azië verwante en andere aanverwante producten verkocht, er zijn ook altijd optredens van artiesten, zoals dansgroepen, bands en theater.
Wim is in 1954 geboren te Djatiroto, Oost Java in 1954. Hij is op driejarige leeftijd naar Nederland gekomen, en herinnert zich nog goed hoe het bezoek aan die eerste Pasar hem diep raakte. 'Vooral de geuren en kleuren, de gelaatstrekken van de andere bezoekers brachten me terug naar mijn allervroegste jeugd in Indonesië. Het voelde als thuiskomen, zo vertrouwd en herkenbaar.' Wims vrouw Lia heeft geen Indische, Indonesische of Aziatische roots, maar voelt zich helemaal op haar gemak binnen de Indische, Indonesische en Molukse gemeenschap in Nederland. 'De saamhorigheid die de Pasar Malam uitstraalt, maakt altijd een diepe indruk op mij. Vaak zie je aan een tafeltje drie generaties zitten: opa en oma, kinderen en kleinkinderen. En iedereen praat met elkaar, helpt elkaar. Laatst werd er zelfs een oude meneer op een ziekbed de Pasar binnen gereden. Zo graag wilde hij erbij zijn.' Tijdens een Pasar komt men oude bekenden tegen, vrienden en familieleden. Men eet samen van de heerlijke Indische keuken, nieuwtjes worden uitgewisseld en kleinkinderen worden bekend gemaakt met de geuren, kleuren en muziek van het Nederlands-Indisch erfgoed. Jongeren vind je er niet massaal, maar dat is niet zo raar. De Pasar is een familie-uitje, waarbij vanzelfsprekend de oudere generatie Nederlands-Indische mensen centraal staat. Hoewel het publiek uitdunt en langzaam verkleurt van bruin naar wit, blijft de Pasar een belangrijk ijkpunt van de Indische cultuur in Nederland. Jongeren lopen er niet massaal de deur plat, maar elke jongere met een link met Indonesië of Indië is wel eens met zijn of haar (groot-)ouders op een Pasar Malam geweest. En als zij later zelf kinderen krijgen, verlangen ze af en toe ook terug naar hun jeugd. Dan is de Pasar Malam een uitstekende gelegenheid om hun kinderen ook kennis te laten maken met de Nederlands-Indische cultuur.
De Pasar Malam is daarom veel meer dan een verzameling kraampjes en een aantal optredens van Aziatisch geïnspireerde artiesten. Het is een evenement, een feestelijke bijeenkomst waar men naar toeleeft. De Pasar leeft in Gelderland, er zijn elk jaar tientallen Pasars in deze provincie alleen al. Het behoud van het Nederlands-Indisch erfgoed en met name het overdragen van het bewustzijn van het belang ervan op jongere generaties gebeurt op deze Pasar Malams. Daarom zullen er ook in de toekomst nog genoeg Pasar Malams georganiseerd worden, aldus Wim en Lia Matthieu. Pasars zijn laagdrempelig: de entreeprijzen zijn laag. Bovendien is ook de symbolische drempel laag, iedereen kan en mag naar een Pasar, het is geen 'hoge' cultuur. Ten slotte vinden de Pasars plaats om de hoek, in je eigen buurt of wijk, in de sporthal waar je normaal zelf of je kinderen staan te voetballen of volleyballen. Dat maakt dat het fenomeen Pasar Malam een aanmerkelijke rol speelt in het voortbestaan van dit deel van het Nederlands-Indisch materieel en immaterieel erfgoed: een stukje Nederlands-Indische volkscultuur op Hollandse klei.
Wim en Lia Matthieu hebben een eigen website waarop zij fotoreportages plaatsen van de Pasar Malams die zij bezoeken. Ga naar: http://www.matthieu.info/ voor meer info.