In 1678 besluiten de kwartierbesturen de belastingen te laten innen door ‘gequalifiseerde geërfden of geïnteresseerden’. Hierbij gunnen ze het innen van belasting aan de hoogst biedende. Een belastingpachter betaalt het kwartierbestuur een van tevoren vastgesteld bedrag, en alles wat hij verder aan belasting int, is voor hemzelf. Belastingpachters maakten zich hiermee vaak gehaat. Het innen van belasting leidt vooral tot ernstige conflicten in de westelijke helft van het Ambt tussen Maas en Waal, waar de eigengeërfden nog veel invloed hebben.
Er zijn vele soorten belasting. Bijvoorbeeld haarden- of schoorsteengeld, waarbij je moet betalen voor het hebben van een schoorsteen. Het paarden- of oorgeld, waarbij je moet betalen voor het hebben van een paard. Het innen van belasting verloopt niet altijd even soepel. In veel plaatsen breken pachtersoproeren uit. Tekenend voor zulke opstanden is wat er in 1733 gebeurt in Druten en Appeltern.
Als de boeren rond Druten erachter komen dat de pachters Frederik van Cranenburg en Herman Paulsen willen peilen hoeveel wijn de herbergiers verkocht hebben, lopen de inwoners met stokken bewapend te hoop voor de herberg. Ze schreeuwen : ‘Sla die schelmen. krayers, vilders maer dood’. De pachters weten nauwelijks te ontkomen.
In Appeltern wil belastingpachter Willem Cup het vee gaan tellen. Hij is echter zo verstandig om dat niet te doen: ‘weetende dat met volk te doen hadde, het welk veel ligt geene swarigheyd soude maaken om haere dreygementen in het werk te stellen’. Toch kan Willem niet aan de woede van de Appelterners ontkomen. Ze komen toch achter hem aan. In de nacht van 13 op 14 augustus snijden ze de oren van zijn vijf paarden af.
De oorzaak van het oproer van 1733 is dat de belastingen zijn verhoogd. Om een paar voorbeelden te noemen: in Afferden-Deest wordt er in 1732 in totaal 1786 gulden opgehaald. In 1733 is dat 2075 gulden. In Alphen gaat het van 1319 naar 1695 gulden. De pachtersoproeren in het hele land komen vooral voor als het om belasting op eerste levensmiddelen en bier en wijn gaat. Zo zijn er pachtersoproeren in Amsterdam in 1748 vanwege boter en wijn. De oproerlingen worden zwaar bestraft.
Dit is een achtergrondverhaal bij het Verhaal tussen Maas en Waal.
Bronnen en verder lezen:
Wim Kattenberg, Erfgoedstudiehuis , CC-BY