Middeleeuwse kelders in Arnhem

De kelders zijn ontstaan in de veertiende eeuw. Arnhem kreeg stadsrechten, bouwde een stadsmuur en ontwikkelt zich zowel op bestuurlijk niveau als in de handel. Grote stenen koopmanswoningen verrijzen in de Rijnstraat, die grenst aan de toenmalige haven.

Doorbroken muren

Elke koopmanswoning heeft een afzonderlijke kelder, met de toegang aan de straat via een zogeheten koekkoek: een uitbouw met een luik, en een trap naar beneden. Tegenwoordig zijn de meeste toegangen verdwenen en zijn ze alleen nog aangegeven in natuurstenen randen in de straat. Ondergronds zijn de muren tussen de verschillende kelders doorgebroken, zodat een complex van dertig aaneengeregen ruimtes is ontstaan.

Door de eeuwen heen

Het leeghalen en onderzoeken van de kelders heeft heel wat informatie opgeleverd over de geschiedenis van Arnhem. Het gebruik van de kelders is door de eeuwen een veranderd. Van verhuur aan handelaren naar eigen gebruik door de ondernemers die in de huizen woonden. De ruimtes worden gebruikt als koelruimte, magazijn of voor de opslag van kolen. Aan de vloeren is de indeling af te lezen.

Het St. Petersgasthuis

Elke eeuw heeft zijn sporen nagelaten. De kaarsennissen stammen uit de Middeleeuwen, de trappen uit de vijftiende eeuw, de muurtekeningen van een wijnhandelaar in uit de jaren '20, en er is zelfs een kluis gevonden die is gebouwd tijdens de oorlog. De grootste kelders liggen onder het St. Petersgasthuis. Dit is het oudste pand van de stad. In de twaalfde eeuw werd hier de stadsmunt opgeslagen. Daarna is het gebouw eeuwenlang een huis voor de zieken en armen.

Populaire locatie

In de Tweede Wereldoorlog maken de Arnhemmers dankbaar gebruik van de veilige ondergrondse ruimten. Tegenwoordig zijn de kelders met hun bijzondere sfeer een populaire feestlocatie. Er zijn ook speelfilms in opgenomen en in december neemt de Sint er zijn intrek. Maar bovenal toont het een prachtig stuk geschiedenis.

Bron: NTR Academie