Johannes Bezaan: 1894 – 1952

Kunstenaar en archeoloog

Jo Bezaan werd geboren op 2 augustus 1894 in Uitgeest. Zijn vader was eigenaar van een drukkerij. Na zijn lagere schooltijd ging hij werken in de drukkerij van zijn vader. Het bedrijf werd vervolgens verplaatst naar Alkmaar en het gezin verhuisde mee.

Dit is een verdiepingsverhaal van het verhaal 'Puttense kunstenaars' uit de Canon van Putten.

In de avonduren nam Bezaan les bij een uit Duitsland afkomstige kunstenaar K.F.G. Hentschel. Het leven als kunstschilder trok Jo Bezaan meer dan het werken als drukker en daarom huurde hij in het kunstenaarsdorp Bergen, in Noord-Holland, een ateliertje. In het dorp kwam hij in contact met kunstenaars als J. Rädecker en Matthieu Wiegman. Bezaan ontwikkelde zich steeds meer. Hij was een autodidact, die zich allerlei technieken probeerde toe te eigenen.

Van Amsterdam naar Putten

Bezaan verbleef korte tijd in Oisterwijk, Haarlem en Amsterdam. In Amsterdam trouwde hij in 1919 met Martina Geertruida Hendrika Broekema en een jaar later kregen ze een zoon Jaap Rijn. Bezaan vond het leven in de stad te hectisch, er was teveel afleiding, waardoor hij te weinig aan schilderen toekwam. De familie besloot te verhuizen naar het bosrijke en landelijke Putten.

Kunst en linkse ideeën

De familie Bezaan betrokken een vrijstaand huis aan de Postweg, met een grote moestuin en vlakbij het Putterbos. Bezaan wilde altijd al graag landelijk wonen en ook het zware bestaan van de Veluwse boeren en de Spakenburgse vissers vastleggen. Het gezin Bezaan werd geaccepteerd in Putten, hoewel hij een buitenstaander bleef in dit protestantse dorp. Hij had uitgesproken linkse ideeën en communistische idealen: opkomen voor de verdrukten. Dat sprak hem aan.

Op zondagmorgen, als de meeste Puttenaren naar de kerk gingen, kwamen bij de familie Bezaan kunstenaars en andere gelijkgezinden op de koffie. Ward Hellendoorn, Dorus Roovers en Henk Henriët bezochten deze bijeenkomsten graag, ook de communist Piet Oosterbroek was daarbij aanwezig. Ze zullen ongetwijfeld de toestand in de wereld van de kunst en de politiek besproken hebben.

Kunstenaar en archeoloog

Om aan de kost te komen, vervaardigde hij tekeningen en pastels. Prachtige koppen van Puttense boeren en Spakenburgse vissers vervaardigde hij, maar ook olieverfschilderijen van het platteland in de omgeving van Putten en Garderen. Toch had hij ook tijd om reizen naar Marokko en zelfs het schiereiland De Krim in Rusland te maken. De werken die hij daar produceerde zijn veel kleurrijker en zonniger dan zijn andere werken.

Naast zijn werk als kunstenaar vond hij ook nog de tijd om als archeoloog bezig te zijn in het buitengebied van Putten en Ermelo. De vele grafheuvels hadden zijn grote belangstelling en hij was betrokken bij de grote opgravingen in 1925 in Krachtighuizen. Deze opgravingen werden gedaan onder supervisie van de bekende archeoloog prof. dr. J.H. Holwerda.

April – Meistaking

De gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog hadden een grote impact op het leven van de Bezaans. Zelf werd hij door de fanatieke NSB’er Piet Goedvree aangegeven als een communist, die in zijn huis bijeenkomsten hield met verzetsmensen. Tijdens de April - Meistaking van 1943 werd Jo Bezaan op 2 mei van dat jaar met nog negen andere Puttenaren opgepakt en gedeporteerd naar Kamp Vught. Ze werden vastgehouden als gijzelaar, met de constante dreiging geëxecuteerd te worden als er een aanslag van het verzet op de Duitse bezetters plaatsvond. Na ruim een maand werden de Puttense gijzelaars op 12 juni 1943 weer vrijgelaten.

Razzia in 1944

Nog veel ingrijpender was de razzia van 1 en 2 oktober 1944, na een mislukte aanslag van het verzet op een auto met vier Duitse militairen van de Wehrmacht. Een van de verzetsmensen die daarbij betrokken was, was zijn vriend Piet Oosterbroek. In totaal werden 559 mannen weggevoerd en daarbij was ook zijn enige zoon Jaap. Jaap Bezaan studeerde aan de Technische Hogeschool in Delft, maar omdat er in bezettingstijd geen colleges meer werden gegeven in 1944, was hij thuis bij zijn vader en moeder. Ook zijn verloofde Gerda Ackermann logeerde toen op de Postweg, een stiefdochter van zijn vriend Henk Henriët. Zijn zoon Jaap werd gedeporteerd naar KZ Neuengamme, maar hij overleed op 11 februari 1945 in  Meppen-Versen, een buitenkamp van KZ Neuengamme. 

Razzia litho's

Bezaan was gebroken na het horen van dit intrieste nieuws over zijn zoon. Dit gebeuren van de razzia, met 552 slachtoffers, onder wie zijn zoon, inspireerde hem toch tot het maken van de litho’s over de razzia. Tien aangrijpende zwart-wit afbeeldingen van de gebeurtenissen van 1 en 2 oktober 1944. Een gebeurtenis die Putten jarenlang zo zwaar tekende. De uitgave van deze tien afbeeldingen werd in een oplage van 50 exemplaren uitgebracht en kreeg de titel ‘Putten 1944’. Zo werd Jo Bezaan de uitbeelder van de razzia. De litho's zijn opgenomen in de selectie 'Sleutelwerken van Gelderland'.

Na de oorlog

Na de oorlog was Jo Bezaan lid van de Federatie van beeldende kunstenaars en voorzitter van het Amersfoorts Kunstenaars Genootschap. Samen met zijn vrouw Tine maakte hij nog in 1951 een reis naar Zuid-Frankrijk, waar hij een studie maakte van de prehistorische grottekeningen. Na zijn terugkeer uit Zuid-Frankrijk openbaarde zich een ernstige ziekte, waar hij op 17 september 1952 aan overleed. Hij werd begraven op de Oude Algemene Begraafplaats aan de Engweg. Zijn markante graf wordt gemarkeerd door twee veldkeien.

Bronnen:
- Klaas Rodenburg, Kunstenaars op de Noordwest-Veluwe 1880 – 1980, Harderwijk, 1996.
- Archief NIOD in Amsterdam, Dossier Putten.


Rechten

Evert de Graaf

  • Kunst en cultuur

  • Tweede Wereldoorlog

  • 1800-1900

  • Putten

  • Veluwe

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl