Uit het feit dat Godefridus van Wijchen getuige is voor koning Koenraad II (ca. 990-1039) in Utrecht blijkt dat de eerste heren van Wijchen behoren tot rijksaristocratie. Door vererving komt de vrije heerlijkheid na hen in handen van het geslacht Malburgen en daarna in bezit van de aan deze familie verwante Van Galens.
De Van Galens zijn van ca. 1350- 1536 heer over de heerlijkheid. In 1536 verkopen zij de heerlijkheid aan de Bronckhorst-Batenburgers. Deze hebben het kort in bezit. Omdat zij kiezen voor de Opstand tegen Spanje neemt Alva Batenburg in 1569 in. Twee zoons van de toenmalige heer van Batenburg, Herman van Bronckhorst-Batenburg, worden onthoofd in Brussel.
Het is pas in 1609 dat de heerlijkheid in nieuwe handen komt. Ze wordt gekocht door de dochter van Willem van Oranje Emilia en haar echtgenoot Emanuel van Portugal. Het zijn hun dochters die in 1640 het leengoed verkopen aan Philips van Nassau. Daarna volgen nog vele families: Van Oostrum, De Perceval, de Swansbel en in 1771 de familie Osy. Deze familie heeft nog redelijk lang in feite alleen het kasteel in handen gehad. In 1795 worden de heerlijkheden opgeheven. De familie Osy verkoopt in 1903 het kasteel aan Adriana Wilhelmina, jonkvrouwe Van Andringa de Kempenaer. Haar neven Van Humalda van Eysinga verkopen het kasteel aan de Gemeente Wijchen, en de tuin aan Geldersch Landschap & Kasteelen. Door ruil komt deze uiteindelijk ook in handen van de gemeente.
Er bestaan aanwijzingen dat de eerste heren van Wijchen op de plek van het huidige kasteel in de loop van het riviertje de Elst een woontoren oprichten. Zeker is dat niet. Het zijn de Van Galens die de versterking sterk uitbreiden. Het begint met een tegen de woontoren gebouwde noordvleugel. De daarin aangebrachte ridderzaal wordt nu gebruikt als raadzaal. De huidige ingang van het kasteel is ook uit de tijd van de Van Galens. In hun tijd is het niet meer dan een doorgang door een toren. Bij Emilia en Emanuel wordt het onderdeel van een brede ingangspartij. Die bouwen ze om boven de ingang een kapel te kunnen realiseren. Emilia en Emanuel herbouwen het kasteel grondig. Dat is hard nodig, want hoewel de Bronckhorst-Batenburgers wel met name de woonvleugels uitbreiden, raakt het kasteel tussen 1569 en 1609 ernstig in verval.
Emilia en Emanuel verbouwen het kasteel tot in de toestand zoals we die nu nog kennen: in Hollandse Renaissancestijl. Opvallend zijn de met verf aangebrachte speklagen om het kasteel een horizontaal verbreed karakter te geven. Opvallend zijn ook de vele muurankers met de tegen elkaar rustende E’s en de boven de ingang aangebrachte zinspreuken. Na Emilia en Emanuel is alleen door de Osy’s in de negentiende eeuw iets grondig veranderd. Zij vervangen de vierkante kruisramen door hoge T-vensters. Uiteraard voor meer lichtinval. Bijna rampzalig is de kasteelbrand in 1906, maar gelukkig wordt het kasteel naderhand gerestaureerd. In 1992 is het nog eens grondig gerestaureerd. Het kasteel wordt anno 2020 toegankelijker gemaakt. Dat is ook gebeurd met de tuin.
Verder lezen: Verhaal tussen Maas en Waal.
Wim Kattenberg, historicus Erfgoedstudiehuis, CC-BY-NC
Streekgeschiedenis
1600-1700
Wijchen
Rijk van Nijmegen