Riviertjes zoals de Berkel en beken, waaronder de Baakse Beek, snijden door het zandgebied in de Achterhoek. In de nabijheid van deze grensbepalende stromen ontstaan in de middeleeuwen vaak kastelen en havezaten. De stad Borculo vormt met zijn eigen kasteel het machtscentrum van een heerlijkheid met een ridderschap. In de omgeving liggen havezaten met de uitstraling van adellijke huizen, begrensd door een gracht.
In Gelselaar ligt in 1326 een versterkt huis dat ‘thus Geldesler’ wordt genoemd. Het huis wordt in de middeleeuwen begrensd door grachten, die hun voeding krijgen van de Koningsbeek die in die tijd van de Bolsbeek naar de Regge loopt. Graaf Reinald II van Gelre beleent er vader Dideric en zoon Willem van Vorden mee. Diezelfde havezate wordt in de late middeleeuwen ‘Wiskinck’ genoemd. In 1526 huwt Hadewich van Vorden met Sweder van Bevervoorde en noemen zij zich Van Bevervoorde tot Mensinck. Het geslacht Van Bevervoorde bezit al verschillende havezaten in Twente en het aangrenzende Duitse Westfalen. De familie krijgt de havezate in Berkelland in leen van de heren van Borculo.
De havezate van de familie Van Bevervoorde krijgt dan de naam ‘Mensinck’, terwijl er in Geesteren een huis staat met dezelfde naam. Om de verwarring te laten voortduren wordt in de zeventiende eeuw de naam ‘’t Jonkeren’ gebruikt voor diezelfde havezate naar de jonkers die er wonen. De laatste Van Bevervoorde overlijdt kinderloos op 1 januari 1700. In het begin van de achttiende eeuw raakt het versterkte huis in verval. In 1732 treft de topografische tekenaar Cornelis Pronk nog slechts een vervallen boerderij op die plaats aan. Kasteel Bevervoorde krijgt dan van hem de omschrijving ‘seer out en sleght’ mee.
Honderd jaar later, in 1832, zijn er op een kadastrale kaart geen sporen meer van Bevervoorde terug te vinden. Met weerstandsmetingen en proefsleuven wordt in de jaren 1999-2001 de kasteellocatie vastgesteld met de oppervlakte van het door een gracht begrensd terrein met daarbinnen de huisplaats. De grachten hebben een breedte gehad die varieert van vijf tot tien meter. Het vermoeden bestaat dat er ook bouwhuizen gestaan hebben en aan de oprijlaan een watermolen stond. Om het verloren gewaande kasteel weer zichtbaar te maken wordt de stichting ‘t Jonkeren opgericht. In 2003 zijn de grachten uitgediept en door middel van jonge aanplant worden de oude kasteelcontouren weer zichtbaar.
Bronnen:
- Jan Vredenburg (eindred.), Kastelen in Gelderland, Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2013, p. 134.
- Alfred G. Stern, Kasteel Bevervoorde.
Ben Boersema , Erfgoed Gelderland, CC-BY