De Rijnoversteek van Lodewijk de Veertiende bij Lobith

De Franse aanval in het Rampjaar

Op 12 juni 1672 stond één van de grootste vorsten uit de Europese geschiedenis op de Elterberg met uitzicht op Rijn. Het was niemand minder dan Lodewijk de Veertiende. Met een enorme legermacht van 130.000 man was de Franse vorst richting het steenrijke Holland getrokken. Zijn grootste triomf vierde Lodewijk de Veertiende in de Liemers, bij Lobith. Daar stak het Franse leger de Rijn over.

Samen met de koning van Engeland en de bisschoppen van Münster en Keulen wilde Lodewijk de kooplieden uit de rijke Nederlandse republiek een toontje lager laten zingen. Een gezamenlijke aanval leek daarvoor het beste middel. De Achterhoek en de Liemers kregen de eerste klappen. Hier kwam de aanval van twee kanten. De bisschop van Münster,  richtte zich op Groenlo en Bredevoort. Lodewijk de Veertiende trok dwars door de Liemers met als einddoel Amsterdam en Den Haag. Het Nederlandse leger onder leiding van prins Willem III van Oranje-Nassau gaf weinig prioriteit aan het oosten van Gelderland en trok zich terug achter de IJssel.

De strijd in zes forten aan de Rijn

Zes forten aan de Rijn speelden een belangrijke rol bij de Nederlandse landverdediging in de zeventiende eeuw. Dat waren de vestingsteden Orsouw, Burik, Rijnberk, Wezel, Rees en Emmerik. De steden hoorden, net als veel plaatsen in de Liemers, tot de gebieden van de keurvorst van Brandenburg. Ze waren een belangrijke troef om het Franse leger weg te houden bij de grenzen van de Nederlandse republiek. Helaas voor de Hollanders waren de zes Rijnforten geen partij voor de oppermachtige Lodewijk. Slechts elfhonderd soldaten moesten Burik verdedigen tegen een legermacht van dertigduizend Franse militairen. Rees hield het nog verbazend lang vol met vierhonderd verdedigers tegen twaalfduizend aanvallers. De stad gaf de strijd als laatste van de zes Rijnforten op.

Bloedige gevechten in Lobith

Een paar dagen nadat de Rijnforten zich hadden overgegeven stond Zonnekoning Lodewijk al op de Elterberg. In de nacht van 10 op 11 juni had veerman Jan Petersz uit Elten een doorwaardbare plaats in de Rijn bij Lobith aangewezen aan de Franse generaal. Wie in 1672 de Rijn bij Lobith overstak, kwam direct in de Betuwe terecht, omdat het Pannerdens Kanaal nog niet gegraven was. De weg naar Holland lag daarmee open voor het Franse leger. Op het laatste moment probeerden de Nederlanders de Rijnoversteek te voorkomen. Het waren voornamelijk Friese soldaten die de vijand aan de Rijn bij Lobith moesten tegenhouden. In totaal sneuvelden vijftienhonderd Nederlanders bij de gevechten. Ook de Fransen leden veel verliezen. De gevechten speelden zich af in de Ossenwaard, ten noordoosten van de bebouwde kom van Lobith. De Fransen namen wraak door na de Rijnoversteek de omgeving van Lobith te plunderen.

Verhaal naar aanleiding van het project 'Leven in de Liemers' door René Arendsen.


  • Oorlog

  • Streekgeschiedenis

  • 1600-1700

  • Arnhem e.o.

  • Ridders van Gelre

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl