De Nachtjacht

Deelen als deel van de Duitse luchtverdedigingsgordel

Het door de bezetter gevorderde vliegveld in Deelen bij Arnhem stond niet op zichzelf: het maakte onderdeel uit van een linie die zich uitstrekte van Denemarken tot Noord-Frankrijk. Deze zogenaamde Kammhuberlinie moest het luchtruim van het Duitse Rijk verdedigen tegen geallieerde indringers. Zodra het duister inviel werd vanuit Deelen de ‘nachtjacht’ geopend.

Fliegerhorst als uitvalsbasis

In augustus 1940 werd in Arnhem de tweede groep van Nachtjagdgeschwader 1 opgericht. Deze werd op Fliegerhorst St. Trond in Belgisch Limburg gestationeerd. In september 1941 werd de derde groep op de pas gereedgekomen Fliegerhorst Twente gestationeerd. De vierde groep werd gestationeerd op Fliegerhorst Leeuwarden. Daarmee waren deze ‘nachtjagers’ op volle sterkte. Zij konden nu worden ingezet voor de nachtelijke luchtverdediging van het Duitse Rijk.

Gordel van de nacht

De Duitsers wilden zo ver mogelijk ten westen van de rijksgrens een verdedigingsgordel creëren. Daarvoor werden de nachtjachtvliegvelden gebruikt. Ook een meer landinwaarts gelegen zoeklichtengordel die van Noordoost- tot Zuid-Nederland liep, moest hieraan bijdragen. De Engelsen noemden deze linie de Kammhuberlinie, naar de geestelijk vader ervan. De Kammhuberlinie strekte zich van Denemarken tot in Noord-Frankrijk uit en was verdeeld in zes sectoren. Per sector leverde een nabijgelegen vliegveld jagers voor de verdediging van de sector.

Jagers en prooien

Duitse experimenten met grondradar leidden tot het opzetten van een uitgebreid radarnetwerk in West-Europa. Vanaf eind 1941 werden met behulp van grondradars de jagers naar de naderende bommenwerpers geleid. Eind 1942 was de ontwikkeling van de radar zo ver voortgeschreden dat de nachtjagers hun eigen radar aan boord geïnstalleerd kregen. Hiermee konden ze hun doel op de laatste kilometers zelf ‘zien’.

Gebakken lucht

Met de inzet van aluminiumstrookjes konden de Engelsen de Duitse radars volledig verstoren. Dit gebeurde voor het eerst bij de bombardementen op Hamburg, in juli 1943. De Luftwaffe is die klap niet meer te boven gekomen. Zij paste telkens nieuwe tactieken toe, die de Engelsen vervolgens omzeilden. Bovenal kregen de laatsten een steeds grotere overmacht, samen met de Amerikaanse luchtmacht die vanaf 1943 de RAF versterkte. Hierdoor verdween het Duitse luchtoverwicht, ondanks de inzet van straaljagers, bommenwerpers, raketvliegtuigen, de V1 en V2.

René Vossebeld, fragment uit het artikel 'Het belang van Deelen’.


  • Oorlog

  • Tweede Wereldoorlog

  • 1900-1950

  • Ede

  • Veluwe

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl