Overal langs de dijken in Gelderland zijn ze terug te vinden: tanks, bunkers en waterwerken, onderdelen van de IJssellinie. Zij zijn stille getuigen van de Russische dreiging die Nederlanders in de jaren vijftig en zestig in zijn greep had.
Na de Tweede Wereldoorlog heerste er grote angst voor 'het rode gevaar', het communistische Rusland. Om een eventuele Russische opmars te stuiten, kreeg Nederland de taak om de IJsselverdediging op zich te nemen. Daarvoor worden de al bestaande vooroorlogse bunkers en kazematten aangepast en verbeterd. Kapitein Haex was degene die bedacht hoe de verdediging tegen de Russen er uit moest komen te zien. Hij zag de oplossing in het onder water laten lopen van de gebieden rondom de IJssel, als de Russen zouden komen. Of de IJssellinie effectief zou zijn geweest, zullen we nooit weten. Halverwege de jaren zestig werd de IJssellinie als defensielinie onttakeld.