Henk van Eerden en z’n vrouw Jo hebben allebei een lintje ontvangen voor met name de goede zorgen voor Gerrit Simmelink. Gerrit Simmelink is vijftig jaar terug als boerenhulp begonnen op boerderij Huitink.
“Vroeger hadden we losse- en vaste krachten in het achterhuis. Zolang wij hier boer zijn en zelfs al een aantal jaren voordat wij in 1960 trouwden hadden we een huisgenoot in de persoon van Gerrit Simmelink. Gerrit Simmelink is iemand die enige beperkingen heeft. Hij kan minder goed zien en wat minder goed praten. Verschillende werkzaamheden – en dan heb ik het niet over met een trekker rijden, want daar is hij nooit aan toe gekomen – heeft hij hier jaren op het bedrijf stipt uitgevoerd, met name handwerkzaamheden.
Gerrit Simmelink, woonachtig in Miste en geboren op boerderij Het Loo, is na de BLO-school als boerenhulp terecht gekomen bij Te Voortwis, Eelink aan de Kottenseweg. Daar is hij een aantal jaren geweest. Toen hij bij Eelink kwam, heeft hij gezegd: ‘Ik wil hier wel een aantal jaren helpen, maar ik blijf niet mijn hele leven hier’. Deze uitspraak van Gerrit werd met een korreltje zout genomen. Iedereen dacht op dat moment: ‘Als hij eenmaal bij Eelink is, blijft hij daar. Maar nee, dat pakte toch anders uit.
We kenden Gerrit oppervlakkig. Een klus die je tegenwoordig nooit meer ziet, maar die Gerrit toen veel gedaan heeft, was in de weilanden het zogenaamde ‘ko flatte’ [ko flatsen, koemest, red.] uit elkaar slaan. Dan kwam Gerrit met de greep, met de mestvork en dan was hij daar een paar dagen in dat weiland bezig. Op een avond kwam hij via de achterdeur binnen. We keken heel verwonderd. Wat zou die Gerrit Simmelink willen? Eindelijk kwam met veel moeite het hoge woord eruit: ‘Ik ben nu al een aantal jaren bij Eelink, maar ik wil eigenlijk wel een keer wat anders. Kan ik ook hier komen, kan ik ook hier helpen?’ Het kwam wat abrupt op ons over. We hebben er een paar dagen over nagedacht en toen besloten dat Gerrit maar eens een paar dagen hier moest komen.
Inmiddels had hij al wel een paar keer gezegd: Ja, maar ook hier wil ik echt niet langer blijven dan vijf jaar. En toen hij op een gegeven moment, hij was al vijfentwintig, dertig jaar hier, zich die uitspraak herinnerde, had hij hier heel veel plezier van. ‘Ja, ja’, zei hij en dan lachte hij zich bijna ondersteboven: ‘Ik heb dat toen wel gezegd, maar het zijn er meer dan vijf geworden, het zijn er nu bijna dertig geworden’. Dus hij is hier ruim vijfentwintig jaar over de vloer gekomen, dag en nacht.
Over financiën is zover ik weet nooit gepraat. Kost en inwoning. We hoefden geen vergoeding te betalen, Gerrit hoefde geen vergoeding te betalen. Hij was ‘gezinslid’ en is volgens mij nooit opstandig geweest. Zoals dat met gezinsleden vaak ging, kreeg hij een zakcentje van ons. Ik meen te herinneren dat het negentig gulden per jaar was. Daarna is hij naar gezinsvervangend tehuis Villa Erica in de Wilhelminastraat verhuisd. Overdag kwam hij bij ons werken. Dat is zo nog een aantal jaren op deze manier doorgegaan, totdat hij hier als hulp dus definitief uit beeld verdween.
Later is Gerrit verhuisd van Erica naar de Kottenseweg. We hebben nog steeds contact met elkaar. Het feit dat wij zo lang voor Gerrit hebben gezorgd, was voor zijn familie reden om ons voor te dragen voor een lintje. Die ontvingen we in 2012. We werden op Koninginnedag met een smoes in zondagse kleren naar Emmen gelokt. Er zou iemand een lintje ontvangen. Maar we kwamen terecht bij de Frerikshof in Winterswijk, waar wij tot onze verbazing een Koninklijke Onderscheiding kregen opgespeld. Dat was het verhaal van Gerrit Simmelink op boerderij Huitink.”
Geert Toebes, CC-BY