Jennie is in 1943 als oudste in een gezin met drie kinderen geboren. De Achterdijk, waar hun huis stond, was niet meer dan een karrenspoor langs de A15, die toen nog tweebaans was. Ze hadden geen elektriciteit en water kregen ze van het dak, door een soort regenput met grind. Ze hadden een gaslamp in de keuken en door een klein molentje op het dak was er stroom als het waaide.
“Opoe en opa woonden dichtbij en aan opoe heb ik goede herinneringen. Vroeger ging ze met een hondenkar langs de deur met keeper, flanel en sajet (soort breigaren). Later had ze een paard-en-wagen. Opoe ging met allerlei stoffen langs de deur. Ze breide en haakte veel en ik kreeg gebreide jurkjes van haar. Mijn vader werkte bij de PTT, maar ging later ook langs de deur, elke dag een ander dorp in de buurt. Hij verkocht stoffen, naaibenodigdheden, overhemden e.d. En hij leverde overalls voor het personeel bij een paar grote boeren. Opoe werd Lappen Jen genoemd, mijn vader werd Henk de Lap. Hij deed eerst zijn ronde met paard-en-wagen, maar later kocht hij eenOpel Blitz met rolluiken en vakken met laden erin. Thuis hadden we voorraad en dames die naar naailes gingen, kwamen vaak een lapje of garen en band kopen. Ik moest ’s zaterdags bestellingen wegbrengen en er waren ook klanten waar ik elke week geld moest ophalen.”
“De wegen waren nog niet geasfalteerd en ik ging samen met mijn broertje drie kilometer op mijn fietsje naar de openbare school in Spijk. Als er sneeuw lag, gingen we met de slee, maar als we dan naar huis gingen was de sneeuw vaak weg en moesten we die zware slee weer thuis zien te krijgen. De school verhuisde van de dijk naar de Kweldijk. Samen met andere meisjes van mijn klas ging ik naar de openbare ULO in Gorkum. Toen ik bleef zitten in de tweede, moest ik van school af van m’n vader. Later heb ik wel de Handelsavondschool gedaan en mijn middenstandsdiploma gehaald.”
“Ik ging fruit plukken toen ik van school kwam en ik werkte op de veiling in Gorkum. De kisten van 25 en 30 kilo tilde ik zelf. Daarna heb ik bij de Zuivelbond in de Westwagenstraat gewerkt. Op kantoor, aan de telefoon, achter een adresseermachine en bij het laboratorium. Regelmatig werden monsters genomen op melkfabrieken in de wijde omgeving. Op ons laboratorium werden die gecontroleerd op reinheid en houdbaarheid. De uitslag kwam op een kaartje dat verstuurd werd naar die fabrieken. Ik heb daar best iets bijzonders meegemaakt. In 1961 werd de Merwedebrug geopend door de koningin en ik mocht daar met een paar collega’s hapjes en drankjes aanbieden.”
“Op de lagere school ging ik naar muziek, de jeugdafdeling van de mondaccordeonvereniging. Met de Lingemuzikantjes maakten we muziek, maar we gingen ook weleens een dagje uit. Als je naar “de groten” ging, de Hohner Boys, ging je op concours. Dat waren ook leuke dagen. Later ging ik naar dansles in Gorkum en weer had ik een bijzondere ervaring. Theater “De Nieuwe Doelen” werd geopend in 1962 en de dansschool mocht een demonstratie geven. We dansten de cha-cha-cha.”
“Nadat ik getrouwd was, stopte ik bij de Zuivelbond. Ik ging als kantinejuffrouw naar “Grotius”, de betonfabriek vlakbij. De chauffeurs kwamen vaak wat te snoepen kopen tussen de ritten en ik bedacht om bij een slager in Leerdam gehaktballen te halen, die voor twee keer de prijs de deur uit vlogen. Dat was een gouden handel.”
“We kregen twee kinderen en op zaterdag en koopavonden ging ik bij de Hema werken. Klaas, mijn man, kon dan oppassen. Na een tijdje was dat niet leuk meer en begon ik met Avon, destijds een bekend cosmeticamerk. Ik deed een artikelenboekje met bestellijst in brievenbussen, ging later de bestellijst ophalen en gaf een nieuwe bestellijst af. Een week later leverde ik de artikelen af en kreeg vaak meteen een nieuwe bestelling. Ik had veel klanten en was twee jaar lang de beste verkoopster van de hele regio.”
“Klaas had ooit in Liberia gewerkt en dat wilde hij me laten zien. We gingen vanuit Tenerife op een cruise langs de Afrikaanse kust, Senegal, Gambia, Liberia enzovoort. We hebben cruises gemaakt over de hele wereld, maar Klaas werd ziek en is in 2019 overleden. Tegenwoordig gaat iedereen op cruise, maar wij gingen al toen cruises alleen nog voor de “rijken” waren. Elke avond in het lang naar het captain’s dinner, allemaal dames in dure kleren en daar zaten wij dan tussen, Klaas en Jennie uit Spijk.”
“Toen de kinderen groter werden, verkochten we vaak spullen op rommelmarkten en later in de winkel. M’n zoon is op 24-jarige leeftijd overleden, maar m’n dochter werkte vroeger mee in de winkel. Als ik nu thuis ben, is daar de garageverkoop en in mijn winkel “Tijd van Toen” in Gorkum verkoop ik al 30 jaar keukenemaille, serviesgoed en glaswerk.
Ze zeggen weleens ‘het bloed kruipt waar het niet gaan kan’. Dat is bij mij zeker het geval. En ik heb mooie geraniums, maar daar ga ik absoluut niet achter zitten!”
Helaas is Jennie Kemp-Muilenburg kort na het afnemen van dit interview overleden.
Ineke Sahuleka, 2023, Regionaal Archief Rivierenland, CC-BY-SA
Sprekende Herinneringen
Werk
Vrije tijd
1900-1950
1950-2000
Archieven
West Betuwe