Ietje Lentink-Van Drie (1959) groeide op aan de bosrijke Harderwijkerstraat te Putten. Voor haar eigen gevoel aan het einde van een tijdperk. “Ik ben nog in de brave vijftiger jaren opgegroeid, lijkt het wel. Mijn zusje Nanda is geboren in 1964 en zij is al veel minder streng opgevoed. Het lijkt net een generatieverschil.” Putten was nog erg verzuild in haar jeugd en dat was nog duidelijk te merken.
“Mijn vader was meubelmaker en is in ’64 of ’65 voor zichzelf begonnen in Putten met meubelfabriek Weedri. Mijn moeder ging ook meehelpen. Vrouwen mochten toen niet werken, maar meewerkend echtgenote dat mocht. Ik was een keurig gereformeerd meisje, gereformeerd in de Gereformeerde Kerk Achterstraat. Ik heb het daar heel leuk gehad want het was helemaal geen stijve kerk.
Ik ging naar de Da Costa school. Dat hoorde erbij. Die hadden nog geen kleuterschool, dus wij gingen eerst naar de Woelwaters. Als de kleuterperiode voorbij was gingen je vriendjes en vriendinnetjes naar de Papiermakerschool, dat waren dan de hervormden. Wij als gereformeerden gingen naar de Da Costa school. Wij gingen in onze vrije tijd naar de Gereformeerde Jeugd Organisatie (GJO). Daar gingen we op woensdagmiddag spelletjes doen en knutselen.
Ik had wel een vriendinnetje uit een andere zuil, het achterbuurmeisje. Zij was van de oude kerk. Haar vader was rooms-katholiek en haar moeder hervormd. Die hadden al een TV en wij nog niet. De hele buurt ging bij haar televisie kijken naar Pipo de Clown en Okkie Trooy. Wij speelden veel met de kinderen uit de buurt. Onze achtertuin grensde aan de achtertuinen van de Torenlaan en als kinderen liepen we daar gewoon zo naar elkaar toe. Daar waren geen hekken of zo, dat deed je niet.
Ik ging als lagereschoolkind ook naar de gymnastiekvereniging Putten Vooruit. Daar heb ik heel veel jaren op gezeten. Ik ging ook naar het Herfstklokje, een zangkoortje van mevrouw Houtkamp. Én ik werd lid van de Puttense Zwem- en Poloclub Triton. Putten had toen nog geen overdekt zwembad, dus ’s winters reden we elke zaterdag vanuit Putten met de bus naar het overdekte zwembad in Bunschoten- Spakenburg. Daar kon je ’s winters ook zwemmen. Bij Het Laakhuisje heb ik nog getennist, dat kon alleen in de zomer. Daarom zat ik ook bij OMS, de volleybalvereniging. Dat vond ik zo leuk en toen dacht ik: dat tennis hoeft niet meer. Toen heb ik heel veel jaren gevolleybald. Hup OMS!
Als je vijftien werd kon je van de Gereformeerde Jeugd Organisatie over naar de Schakel. Elke zondagmorgen ging je na de kerkdienst naar de soos om een thema uit te diepen. Een keertje kwam de vader van mijn vriendinnetje vertellen over de razzia. Dat was de enige keer, want in mijn hele lagereschooltijd en zelfs op de mavo in Putten werd er niet over de razzia gesproken. Ook niet met geschiedenis. Dat is heel apart. Mijn zoon, die heeft ook in Putten op school heeft gezeten, kreeg het al verteld op de basisschool in groep 8!
Maar goed, wij kenden dat al. De razzia hoorde bij het familieverhaal natuurlijk. Ik was vijftien toen ik ging beseffen wat er gebeurd was, want mijn vader was vijftien tijdens de razzia. En dan ga je ineens denken: Mijn vader is zijn vader verloren op zijn vijftiende. Hè get, daar moet ik nou toch niet aan denken! Opa was een Barnevelder, maar is naar Ermelo gefietst tijdens de razzia, zo in de armen van de Duitsers. Mijn moeder vertelde ook veel over de oorlog. Ik dacht: Daar heb je haar weer, nu weet ik het wel met die rotmoffen. Wij hadden daar helemaal geen zin in.
Ik had altijd heel goede cijfers en mijn vriendinnen ook. Toch gingen alle meisjes en masse naar de mavo in Putten. Dat was best nog wel een beetje traditioneel. Meisjes moesten wel een beroep leren voor het geval ze niet aan een man zouden komen. Als juffrouw of verpleegster, dat waren keurige beroepen. Uiteindelijk zijn mijn vriendinnen en ik allemaal hbo of universitair opgeleid. Wij zijn gewoon ernstig onderschat. Wij zaten op een kantelpunt in de geschiedenis.”
Voor Verhaal van Putten vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in Putten. Dit verhaal over Ietje Lentink - Van Drie is geschreven door Huub Vilé, op basis van een oral history-interview, afgenomen door Lian van der Zon in november 2018.