Touwslagerij Steenbergen Gorssel

Al vier generaties werken aan en met touw

In touwslagerij Steenbergen te Gorssel wordt de familietraditie voortgezet en het oude ambacht – hoewel niet helemaal als vroeger – nog steeds uitgeoefend.

Vader Gerrit en zoon Albert Steenbergen vertellen over het ambacht van touwslaan en hoe dit in de loop van generaties is veranderd. Vader Gerrit vertelt hoe het allemaal begon:

Het begin van de twintigste eeuw

Mijn opa werkte als (touw)slagersknecht vanaf 1892. Omdat er geen opvolger voor het bedrijf was, kon hij in 1900 de zaak overnemen en voor zichzelf beginnen. Het bedrijf heeft een paar keer moeten verhuizen, we zijn sinds 1959 op deze plek gevestigd. 

Touw voor de boer en matroos

Er is veel veranderd in al die jaren en het beroep touwslager bestaat bijna niet meer. Mijn opa was een echte boerentouwslager. Je had touwslagers voor de scheepvaart en je had touwslagers voor de boerensector. 

Leidsels voor de strontkar en de koets

Iedere scheepswerf had vroeger z’n eigen touwslagerij. Maar wij zaten op het platteland en moesten het van de boerensector hebben. Daar was een heleboel nodig, alleen aan leidsels al. Je had ploegleidsels, tweepaards-, driepaards- en vierpaards, voor de strontwagens en de mooie wagens. En dan nog hele mooie leidsels voor als ze naar de kerk gingen, voor de mooie koets, waar vaak nog paardenhaar in gevlochten moest worden.

Opa’s ambacht

Mijn opa deed alles nog met de hand en ging zelf naar de markt om hennep en vlas te kopen. Dat ging als volgt. Het vlas werd gemaaid en gedroogd op schoven. Daarna werd het gerepeld waardoor het zaad eraf ging. Dat zaad werd geperst en dan kreeg je lijnolie. De vlasstengels werden in het water gegooid, het zogenaamde rotten. Dan werd het in bossen weer bewerkt, dat heet het kneuzen of braken. Je hield dan een vezel over. Die vezel werd gekamd, of gehekeld. Tot slot werd die vezel gesponnen tot een garen.

Spinnen met de hand

Mijn opa had 3 hekels naast elkaar, van grof tot heel fijn. Om de vezel te spinnen deed hij het om zijn buik. Het andere uiteinde werd vastgemaakt aan een haakje aan een groot rad. Dan liep hij achteruit de touwbaan af. Zo werden de draden met de hand gesponnen. Als er genoeg draden waren gesponnen kon hij z’n boerentouw maken. Als dat klaar was legde hij het touw op de platte wagen en liep naar Deventer of naar Zutphen waar hij het verkocht. Dan begon het weer opnieuw.

Dit verhaal is onderdeel van het oral history project Gemaakt in Gelderland. Oral history is een interviewmethode die de herinneringen van mensen vastlegt. Het verhaal van touwslagerij Steenbergen is opgetekend door Stance Westerhoud, vrijwilligster bij de Werkgroep Oral History Gelderland.

Dit is een samenvatting van het verhaal. Lees het hele verhaal in de bijgevoegde PDF. 

 


  • Gemaakt in Gelderland

  • Industrie

  • 1900-1950

  • Lochem

  • Volkscultuur

  • Achterhoek

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl