De interviewer vermeldt enige informatie, die haar bekend was over de voorgeschiedenis van deze kapel. In 1947 was er in Gendt een mevrouw K., die ter bedevaart naar Banneux ging en die zich daarna geroepen voelde bedevaarten vanuit Gendt te gaan organiseren. In de loop van een aantal jaren groeide het aantal bedevaartgangers enorm. Toen mevrouw K. ziek werd, gaf ze te kennen dat ze het fijn zou vinden als er een beeld van Maria van Banneux in Gendt zou komen. Dat beeld is er gekomen in 1954 en ook een kapel waar het in kan staan. Deze kapel is onder veel belangstelling ingewijd in 1962, volgens mevrouw Janssen door kardinaal Alfrink.
Mevrouw Janssen vertelt dat ze al dertig jaar samen met enkele dames voor de kapel zorgt: de kapel schoonmaken, kaarsjes vervangen en branden en bloemen neerzetten; ruiten laten vervangen als deze helaas vernield zijn, wat nogal eens voorkomt. De kapel is een paar keer opengesteld geweest met informatie op een tafeltje voor mensen die op de fiets door de Betuwe trokken op de Open Monumentendagen. In de kapel hangt een rozenkrans en er staat een foto van mensen, die betrokken zijn geweest bij deze kapel. In vroeger dagen werd er hier ’s avonds op de 13 dagen, dat Maria in Banneux in januari, februari en maart verschenen is aan Mariëtte Beco, de rozenkrans gebeden. Deze traditie echter in ’t slop geraakt. Het beeld van Maria dat in de kapel staat, komt daadwerkelijk uit Banneux. Het altaar komt van de wei - nu camping - langs de Waal waar vroeger processie - de Omdracht - gehouden werd. Aan het eind van de Omdracht werd er een Heilige Mis opgedragen op dit altaar en dit altaar is geschonken aan de kapel van Maria van Banneux. Er zitten 2 glas-in-lood-ruitjes in de kapel, die bij iemand uit zijn huis komen en op maat gemaakt zijn voor de kapel. Er is geen architect aan deze kapel te pas gekomen. Iemand heeft op privé initiatief een tekening gemaakt voor de kapel, die van steen en niet van hout moest worden gebouwd. De grond is geschonken door de voormalige gemeente Gendt. Eigenlijk staat de kapel in wat je de achtertuin en het voormalige kerkhof - dat inmiddels geruimd is - van de r.k. kerk in Gendt kunt noemen. Het meeste materiaal voor de bouw van de kapel is “bij elkaar geschooid zouden wij nu zeggen”, aldus mevrouw Janssen. De kapel heeft dus erg weinig gekost.
Mevrouw Janssen houdt zich, behalve met de schoonmaak van de kapel, ook al 29 jaar bezig met het organiseren van de bedevaarten naar Banneux twee maal per jaar. De laatste jaren gaan er zo’n 210 mensen mee. Ze komen niet meer alleen uit Gendt en omgeving, maar uit het hele bisdom Utrecht (160 mensen) met als aanvulling 50 mensen uit het bisdom Den Bosch. Vroeger lagen mensen op zalen van zestien personen en werden met koud water uit de bron gewassen. Tegenwoordig heeft men tweepersoonskamers met douche en toilet en hoog-laag-bedden. In principe gaat er één vrijwilliger op twee gasten mee. Alles wordt gezamenlijk gedaan. Mevrouw Janssen, die destijds in de ouderenzorg werkzaam was, verricht sinds een aantal jaren, vanwege haar leeftijd en gezondheid, nu werkzaamheden in de keuken waar zij zich met diëten voor de gasten bezighoudt.
Mevrouw Janssen vertelt dat de gasten en de vrijwilligers samen met elkaar lachen, bidden en huilen. Hoewel mevrouw Janssen van mening is dat je geen wonderen mag verwachten als je meegaat op bedevaart, is er zo’n acht, negen jaar geleden iets gebeurd, dat in de krant benoemd werd als ‘Het Wonder van Gendt’. Eén van de gasten droeg banden om polsen en hals vanwege een spieraandoening en kon alleen in een rolstoel zitten; hij had veel pijn en gebruikte de nodige medicijnen. Toen hij op een vroege avond nog een keer extra naar de bron wilde, ging mevrouw Janssen samen met een andere verpleegster, een jonger meisje, met hem mee. Dit meisje goot wat water uit de bron over de handen van deze gast, maar knoeide daarbij ook water op zijn broek, waarop ze zei: “Wat goed is voor je handen, is ook goed voor je benen” en ze gooide nog eens ’n bekertje bronwater over zijn benen, zodat de gast van droge kleren voorzien moest worden. De andere morgen fluisterde hij mevrouw Janssen toe dat hij geen pijn meer had en zonder medicijnen geslapen had. Vanaf dat hij weer thuis was fietste hij sindsdien zelf weer op zijn driewieler door Gendt. Deze mijnheer helpt elk jaar bij het organiseren van de collecte, die in Gendt gehouden wordt om de gasten, die financieel niet zo draagkrachtig zijn, te ondersteunen, zodat ook zij mee kunnen op bedevaart. Mevrouw Janssen ziet echter ook dat mensen psychische kracht ervaren als zij op bedevaart gaan, waardoor zij het leven weer beter aan kunnen. Het geeft haar nog steeds veel voldoening zich voor zowel de kapel als de bedevaarten in te zetten.
Annemiek van Buël, Erfgoed Gelderland CC-BY-SA