De modellen van de scheepjes (Botter) werden vroeger meestal door de schippers van de botter zelf gemaakt. Vaak was dat om wat extra verdienste te krijgen. Ook werden ze in het raam van de kamer gezet als sier en trots dat ze schipper op een botter waren. Als de kinderen uit huis gingen en trouwden kregen ze vaak een model als cadeau mee. De kinderen van de schippers vonden dit prachtig: het was tenslotte door pa gemaakt en het was het familieschip.
De kleinkinderen van de schipper kregen als zij gingen trouwen het scheepje van hun ouders mee. Mooi, want dit was het scheepje van opa. Echter, de kleinkinderen hadden het scheepje vaak genoeg bij opa en thuis gezien en hadden liever wat anders in het huis staan. Het modelletje verhuisde dan langzaam naar boven of zolder. De achterkleinkinderen van de schipper kregen dan vanzelf het scheepje mee als ze uit huis gingen. Die vonden het weer prachtig om zo'n modelletje van overgrootvader te hebben. Dan staat het modelletje weer in de kamer. Niet altijd voor het raam maar het had weer een speciaal plekje in huis. Trots als ze waren op hun geschiedenis van hun grootouders.
Door Lex Terpstra