In de loop van de 15de eeuw ontwikkelde Nijmegen zich tot een van de belangrijkste Hanzesteden. De stad viel onder het Hanzekwartier Keulen, waardoor er nauwe relaties bestonden met de Nederrijn en Westfalen. Door de lucratieve rivierhandel behoorde het schippersgilde tot de rijkste en meest invloedrijke gildes van de stad.
Het schippersgilde beschikte in de 15de en 16de eeuw als enige over een eigen kapel, verbonden aan een gasthuis voor zieke en oude schippers. Het s. Olafs gasthuis of der sciplude gasthuys was vanaf ca. 1450 gevestigd bij de Veerpoort, op de hoek van de Lindenberg en de Waalkade. De meeste schippers woonden in stenen huizen in de straten achter de Waalkade, tussen de Lindenberg en de Grotestraat.
Via de Hanzecontacten leerden de Nijmeegse schippers Sint Olaf kennen, de Noorse koning die zijn land tot het christendom bracht. Net als de schippers in veel andere Hanzesteden namen de Nijmeegse kooplieden de verering van Sint Olaf als patroonheilige over. Sint Olaf is onder andere afgebeeld op het antependium van het Nijmeegse schippersgilde.
Verder lezen: Marja Begheyn-Huisman, Behouden vaart. Het antependium van het Nijmeegse schippersgilde, Nijmegen 2016.
Marja Begheyn-Huisman, Museum Het Valkhof, CC-BY-SA
Streekgeschiedenis
1000-1500
1500-1600
Nijmegen
Rijk van Nijmegen
Hanzesteden