Wie kent niet het gezegde “de kool en de geit sparen“? Maar weet u waar het vandaan komt en waar het de eerste keer werd gebruikt? Dat zal Dini van der Velde u vertellen.
"Aan het einde van de straat waaraan ik woon begint de provincie Overijssel. De grens is een brede afwateringssloot. Nu kun je zo van Gelderland naar Overijssel rijden maar in het verleden was dat niet mogelijk. Je moest dan met een roeiboot over het water om in de andere provincie te komen.
Op een morgen kwam een man vanuit de richting Kampen om naar Gelderland te gaan. Hij was niet alleen, nee hij had levende have bij zich. Nu bedoel ik niet de luizen die misschien in zijn pet zaten of de enkele vlo in zijn hemd, nee aan een touw had hij twee dieren bij zich, aan elke kant één. Aan de ene kant had hij een geit en aan de andere kant een wolfshond. Hij had de grootste moeite om die dieren uit elkaar te houden en om het nog wat ingewikkelder te maken had hij ook nog een rode kool bij zich. Die hield hij onder zijn arm aan de kant van de wolf. Dat moest wel want anders at de geit de kool op. Alles ging goed tot hij aan die brede sloot kwam. Hoe moest hij daarover komen? Om te roeien moest hij zijn beide handen gebruiken. Als hij de dieren in de boot deed zou hij misschien alleen de wolf over houden omdat de geit de kool op zou eten en de wolf de geit.
Lang zat de man aan de walkant om een oplossing te zoeken en rond het middaguur vond hij die. Met de geit ging hij eerst naar de overkant. Die werd op de Gelderse bodem gezet, daarna haalde hij de wolf op en roeide ermee naar de overkant. De wolf werd aan land gezet en de geit ging mee terug in de boot. In Overijssel werd de geit weer aan land gezet en ging de kool in de boot. Toen de kool ook in Gelderland was werd als laatste weer de geit opgehaald uit Overijssel.
Aan de Gelderse kant vervolgde de man weer zijn reis met aan de ene kant de geit, aan de andere kant de wolf en onder zijn arm de rode kool. Zo was hij de eerste man die de kool en de geit spaarde. Dit verhaal hoorde ik ruim 60 jaar geleden van een oude buurman die het van zijn vader hoorde. Die buurman had geen kinderen om het door te geven. Hij zei tegen mij ´Vertel het verder aan allen die het willen horen´ en hoe kan ik dat beter doen dan op deze manier?"
Bron: Dini van der Velde voor Een Wagen Vol Verhalen