Een van de vroegere bewoners van dit monument was metselaar en later boer. Wellicht heeft hij zijn eigen pand goed onderhouden.
De vroegere bewoner trok waarschijnlijk als schoonzoon in bij Duys, die werkzaam was bij de beroemde steenfabriek Dericks en Geldens. Daarover een kleine anekdote: op de steenfabriek waren tijdelijk Duitse monteurs aan het werk. Zij zaten elders in een kosthuis, betaalden goed en kregen dus ook goed te eten: dikke “ronddumme mi spek” (boterhammen met spek). Om de heren een lesje in nederigheid te leren, gaf Duys zijn vrouw de opdracht zijn brood ook te beleggen met spek, maar alleen het randje en daarbuiten goed zichtbaar. Zo kon hij zich meten met de Duitsers, die niet moesten denken het beter te hebben en neerkeken op Drutense arbeiders.
Deze eenvoudige hallehuisboerderij met middenlangsdeel is voorzien van een zadeldak met wolfseind aan de voorgevel. Het dak is grotendeels gedekt met riet. De voorgevel heeft een grijs gestucte plint. De licht getoogde vensters met hanenkammen zijn voorzien van vierruits en zesruits schuiframen. Op de begane grond hebben de vensters opgeklampte luiken. Links van de ingang met drieruits bovenlicht is een opkamer, een kamer die boven de kelder is gelegen. De zijgevels van het monument zijn gepleisterd. De achtergevel is uitgevoerd als topgevel en bevat sporen van de oorspronkelijke indeling.
Het pand is niet toegankelijk voor publiek.
Drutense monumenten
Landschap
1800-1900
Druten
Rijk van Nijmegen