In de twintigste eeuw komen er, naast de al bestaande zorginstellingen Veldwijk en ’s Heeren Loo, nieuwe instellingen. Deze instellingen bieden zorg aan zwakzinnige meisjes, moeilijk opvoedbare kinderen, blinden en slechtzienden, kinderen en volwassenen met astma en longklachten. Door de aanwezigheid van hun personeel neemt de Ermelose bevolking toe. Eind van de twintigste eeuw zijn de zorginstellingen opgegaan in landelijke organisaties.
Op een naastgelegen stuk grond bij de zorginstelling ’s Heeren Loo komt in 1907 de instelling Groot-Emaus voor moeilijk opvoedbare kinderen. In maart van dat jaar wordt gestart met een paviljoen voor veertien jongens. Later dat jaar komen er ook meisjes. Groot-Emaus wordt groter en groter. Het krijgt een eigen school, wasserij, keuken en werkplaats. De behandeling is bedoeld om de jongeren weer zelfstandig in de maatschappij mee te laten draaien.
Nog steeds biedt de instelling hulp aan jongeren tussen de zes en drieëntwintig jaar met een lichte verstandelijke beperking.
Instelling Lozenoord wordt in 1911 toegevoegd aan ‘s Heeren Loo. Het biedt zorg aan zwakzinnige meisjes. In die tijd is een gescheiden verzorging van mannen en vrouwen een wettelijke plicht. Daarnaast levert het een praktisch voordeel op. Door een snelle groei kan ’s Heeren Loo de grote aantallen verstandelijk gehandicapten niet meer plaatsen. Lozenoord is tot 1934 zelfstandig gebleven. Daarna worden ‘s Heeren Loo en Lozenoord samengevoegd.
Begin twintigste eeuw ontbreken gespecialiseerde voorzieningen voor blinden en slechtzienden. Er wordt in 1921 een stichting opgericht die zich voor hen gaat inzetten. Dit leidt tot de bouw van blindeninstituut Sonneheerdt Deze naam brengt tot uitdrukking dat de bewoners “de koestering van de zon zou worden geschonken” en dat hun “een eigen haard wordt geboden”. Op 25 maart 1926 vindt de officiële opening plaats. In de beginperiode is plaats voor maximaal 30 blinden en slechtzienden. In de loop van de twintigste eeuw ontwikkelt Sonneheerdt zich verder. In 1930 wordt de eerste brailledrukkerij geopend. Andere werkzaamheden zijn: matten-mandenvlechten, stoelenmatten, borstels maken en het weven van theedoeken. Het werk verandert. Opleidingen in elektrotechniek, boekbinden, fietsen maken, computerprogrammeur worden aangeboden. Op het terrein bouwt men een blindenbibliotheek, zelfstandige woonunits, speciale woonlocatie voor ouderen die vanwege hun handicap niet in een verpleeg- of bejaardenhuis kunnen wonen.
In 2006 fuseert Sonneheerdt met blindeninstituut Bartimeüs. De naam Sonneheerdt verdwijnt. Vanaf eind september 2008 is de naam weer terug in Ermelo. De naam Sonneheerdt prijkt op de gevel boven de ingang.
De geschiedenis van het Astmacentrum begint in 1968. Kinderarts dr. J.E.B. Kale neemt het initiatief. Hij ontwikkelt met zijn team een nieuwe behandelvorm voor astma bij kinderen. Deze vorm bestaat vooral uit bewegingstherapie. Kinderen uit de wijde regio komen na schooltijd naar het centrum, tot driemaal per week. In 1999 wordt door Salem het behandelaanbod uitgebreid met longrevalidatie voor volwassenen. Het Astmacentrum,inmiddels onderdeel van het st.Jansdal ziekenhuis, moet in 2016 met haar taken stoppen doordat de zorgverzekeraars niet voor deze specifieke zorg willen betalen.
Dit is een venster uit de Canon van Ermelo
Vorige vensterVolgende venster
Bronnen en verder lezen:
Canoncommissie Ermelo, 2022, CC-BY-NC