Dominee Hermanus Willem Witteveen (1815-1884) heeft een belangrijke rol gespeeld in Ermelo. Hij wordt daar in 1846 predikant van de Nederlands Hervormde kerk. Op dat moment is de kerkgang sterk verwaarloosd. Hij brengt daarin verandering. Door conflicten met de kerkenraad wordt hij uit zijn ambt gezet. Hij richt zich direct op het zendingswerk.
Ds. Witteveen ziet op 3 mei 1815 het levenslicht in het Friese Boornbergum. Hij volgt een theologiestudie in Leiden en Utrecht. Na zijn dienstplicht als sergeant-majoor komt hij in 1846 naar Ermelo om de predikant van de “Oude Kerk” te worden. Hij gaat enthousiast aan de slag en krijgt de mensen weer naar de kerk. Na vele jaren ontstaan er conflicten met de kerkenraad. Het Provinciale Kerkbestuur ontslaat hem in 1859.
Na zijn ontslag gaat ds. Witteveen niet stil zitten. Hij start direct met zijn zendingswerk. Preken doet hij in een woning. Hij noemt dit gebouw het Zendingshuis. Door giften van gemeenteleden en bewonderaars wordt begin mei 1860 de Zendingskerk geopend. Zijn enthousiasme kent geen grenzen. Hij begint ook nog een zendingsschool, zendingsblad en Het Huis van Barmhartigheid (een opvangcentrum voor daklozen en ontspoorden). In moeilijke financiële tijden wordt hij geholpen door Adriana Agatha van Halteren. Zij verleent hem financiële steun. Van de door ds. Witteveen opgerichte gebouwen is alleen de Zendingskerk over.
In de tijd van ds. Witteveen is het gebruikelijk dat iedere kerk haar eigen kerkhof heeft. In eerste instantie werkt het gemeentebestuur niet mee. Pas in 1870 krijgt hij toestemming voor een eigen kerkhof. Vanuit zijn opvattingen heeft ds. Witteveen een paar bijzondere regels voor het kerkhof:
In 1884 wordt ds. Witteveen in het midden van het kerkhof begraven. Het zendingskerkhof is nog steeds in gebruik. Nu zijn meerdere personen per graf toegestaan. Op het kerkhof zijn de graven uitsluitend beschikbaar voor meelevende en praktiserende leden van de Zendingskerkgemeente.
Duizenden kilometers verder bestaat nog een plaats met de naam Ermelo. Door de zendingsijver van ds. Witteveen vertrekt zijn leerling, Frans Lion Cachet, naar de Oost-Transvaalse hoogvlakte in Zuid-Afrika. Op 5 november 1870 noemt hij de kerk daar naar de woonplaats van zijn leermeester. Tien jaar later wordt de naam van de kerk ook de naam van het dorp.
Ter herinnering aan ds. Witteveen is in de nabijheid van de Zendingskerk een straat naar hem genoemd. Ook heeft Ermelo een straat met de naam Frans Lion Cachet.
Dit is een venster uit de Canon van Ermelo
Vorige vensterVolgende venster
Bronnen en verder lezen:
Canoncommissie Ermelo, 2022, CC-BY-NC