In het koor van de Oude of Hervormde Barbarakerk staat een witmarmeren graftombe. Laatste rustplaats van Catharina Alida van der Dussen (1690-1745), vrouw van de Dordtse burgemeester Damas van Slingeland. Catharina vlucht in 1733 naar Culemborg om te ontkomen aan haar drankzuchtige man, die haar mishandelt.
Catharina vraagt asiel in Culemborg, waar ze beschermd is tegen de juridische stappen van Damas om haar en haar geld weer terug te krijgen. Tot haar dood in 1746 blijft Catharina in Culemborg wonen. Waarom was Culemborg een veilige plek?
Eeuwenlang is het graafschap een zelfstandig staatje, waar het recht van de Republiek niet geldt. Wetsovertreders uit omliggende gewesten als Holland en Gelderland wijken daarom regelmatig uit naar de vrijstaat Culemborg. Niet alleen een mishandelde burgemeestersvrouw zoals Catharina, ook een jong stel dat niet mag trouwen, een man beschuldigd van doodslag, of een failliete koopman op de vlucht voor zijn schuldeisers.
In 1798 is het afgelopen met de asielverlening. Dan wordt Culemborg deel van de Bataafse Republiek en geldt alleen het nationale recht.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Culemborg. Het volgende venster is hier te vinden.