Jan de Beijer wordt geboren in het Zwitserse Aarau, maar verhuist al op jonge leeftijd naar Emmerik in Duitsland. In 1722 trekt hij naar Amsterdam om van Cornelis Pronk het tekenvak te leren.
Na zijn lessen reist hij veel om tekeningen van stads- en dorpsgezichten te maken. Hij trekt voornamelijk rond in het gebied van Limburg, Gelderland, oostelijk Brabant en de Nederrijn. Zijn prenten staan lange tijd in veel topografische boeken. Bekende Gelderse werken die hij maakt zijn bijvoorbeeld de St. Janspoort en de Sabelspoort in Arnhem en ‘Gezicht op de singel van Culemborg’.
Dit verhaal is verzameld in het kader van de tentoonstelling 'Gelderlanders over Grenzen' van het Erfgoedfestival 'Over grenzen van Gelderland', 23 mei t/m 22 juli 2018.