Arthur Rimbaud wordt geboren in het Franse Charleville. Zijn vader is kapitein in het Franse leger en vaak van huis. Arthur wordt streng opgevoed door zijn moeder en loopt daarom op zijn zesde bij haar weg.
Hij is een slimme jongen die graag gedichten schrijft en groeit uit tot een van de belangrijkste dichters van Frankrijk. Omdat hij nergens zijn draai kan vinden, reist Arthur heel de wereld over. In 1876 schrijft hij zich in bij het Werfdepot in Harderwijk voor het Koninklijk Nederlandsch-Indisch leger. Op 23 juli komt Arthur als soldaat aan in Java, maar op 15 augustus deserteert hij al. Niet veel later verlaat hij de kolonie. In 1891 keert hij terug naar Frankrijk, waar artsen een tumor in zijn knie ontdekken. In een poging hem te redden amputeren ze zijn been, maar Arthur herstelt niet meer en komt te overlijden.
Dit verhaal is verzameld in het kader van de tentoonstelling 'Gelderlanders over Grenzen' van het Erfgoedfestival 'Over grenzen van Gelderland', 23 mei t/m 22 juli 2018.