Dobbelmann: zeepfabriek in Nijmegen

Een roerige geschiedenis

Een van de oudste en meest prominente zeepfabrikanten in Nederland. De zeepziederij bestond in Nijmegen al vanaf 1733, toen Abraham en Jacob Mist een bedrijf vestigden aan de Lange Brouwerstraat. Na een grote brand in 1895 werd de fabriek verplaatst naar de wijk Bottendaal in Nijmegen. De spelwijze 'Dobbelmann' is tot 1934 gebruikt, waarna de laatste ‘n’ is verdwenen.

Zeepfabriek 'Het Anker'

De zeepziederij (=kokerij) wisselt een aantal keer van eigenaar en komt in 1854 uiteindelijk in handen van de Duitse familie Dobbelmann. De groothandelaar van koloniale waren en tabak, Johann Peter Dobbelmann afkomstig uit Siegburg, kocht 150 jaar geleden de zeepfabriek op. In de fabriek stond de allereerste Nijmeegse stoommachine en er werkten zeven arbeiders. Dobbelmann had de fabriek eigenlijk gekocht voor zijn zoon Frans Theodoor die op 33-jarige leeftijd in 1863 het roer overneemt. De onderneming heet 'Stoomzeepfabriek het Anker', vernoemd naar een oud anker in de gevel van het pand.

Van Castella tot Dobbelman

In 1895 gaat de fabriek in vlammen op. Dobbelmann vestigt zich dan in een voormalige margarinefabriek aan de rand van de stad, in de wijk Bottendaal om daar de productie voort te zetten. Reinier Dobbelmann is de laatste Dobbelmann die tot aan het eind van de zestiger jaren de scepter zwaait. Onder zijn leiding wordt de fabriek gemoderniseerd, hij richt een nieuwe afdeling op: reclame en verkoopbevordering. In 1934 wordt de naam Castella bedacht, een fantasienaam met een Spaanse sfeer. Die naam werd voor alle producten gevoerd. Pas halverwege de zestiger jaren wordt de Dobbelmanzak geïntroduceerd. Een goedkoop maar goed wasmiddel met de simpele naam Dobbelman. Met een enkele 'N', Duitse namen waren niet zo populair.

Tekstschrijver Karel Sartory van reclamebureau De la Mar, schreef een campagne voor Castella scheerzeep met teksten als: ‘Vrouwen en meisjes schuwden mij. Thans ben ik de man van een filmster’. In feite was de reclame een parodie op de toenmalig zeepreclames. De scheerzeep zou een geheim ingrediënt bevatten, het baardwekende recinit. Dobbelmann had zelfs patent op recinit, het bestond echter helemaal niet. Reinier Dobbelmann besteedde veel aandacht aan reclame en richtte er zelfs een afdeling voor op. Bottendaal was van oorsprong een gegoede buurt Nederlanders die uit Indië terugkwamen vestigden zich in die wijk. In 1895 kwam Dobbelman daar terecht, de vorige fabriek in de binnenstad was afgebrand en zij namen een margarinefabriek over.

Een schuimend riool werd de wijk teveel

Eind jaren zestig kwam er onrust in de wijk. De fabriek zorgde voor behoorlijk veel overlast. Soms lag de hele wijk onder een laag wit poeder. Als het regende kwam het schuim uit de riool omhoog. Dobbelmann liet één keer per maand de auto?s en de ramen wassen in de wijk. Maar er was ook stankoverlast. Omwonende eisten in 1968 50.000 gulden schadevergoeding van Dobbelmann. De fabriek betaalde in eerste instantie niet en acties bleven niet uit. Eind jaren zestig zwaaide de laatste Dobbelmann af en in 1999 viel het doek voor de fabriek in Nijmegen. Het bedrijf was inmiddels overgenomen door SaraLee/Douwe Egberts. Het wasmiddel wordt tegenwoordig in Denenmarken geproduceerd en is nog steeds verkrijgbaar.

Bron:

Stichting Noviomagus


Rechten

Erfgoed Gelderland, CC-BY

  • Industrie

  • 1700-1800

  • Nijmegen

  • Rijk van Nijmegen

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl