Sipke Vrieswijk is jarenlang de charismatische leider van een religieuze beweging, de Gemeente Gods. Wat begint als een religieuze gemeenschap groeit onder zijn leiding uit tot een sekte.
Vrieswijk ontpopt zich als voorganger van zijn gemeente in 's-Gravendeel als een autoritair leider. Hij weet zijn volgelingen steeds meer aan zich te binden en hen geld te ontfutselen. Als de gemeenschap groeit, verhuist zij naar een klooster in Velddriel. Hier raakt de Gemeente Gods steeds meer in een isolement en gaat Vrieswijk zich steeds extremer gedragen. Angst en paranoia heersen onder de leden van de gemeenschap. Als de Belastingdienst hem op de hielen zit, moet Vrieswijk het klooster verkopen en vlucht hij met een aantal vrouwen en kinderen. Ex-volgelingen dienen aanklachten tegen hem in wegens ontucht met minderjarigen. Uiteindelijk worden Vrieswijk en zijn partner Aagje in Londen opgepakt. Beiden blijken aan een psychose te lijden. Ze krijgen een zware straf: tbs met dwangverpleging.