Zwerftocht door Nederland

Nant Smink vertelt over haar familie, jeugd en de impact van de oorlog (Deel II)

Nant Smink werd in 1956 in Putten geboren. Haar oma, moeder en tante waren tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet. Na verraad werden ze op 14 december 1944 opgepakt en weggevoerd. “Mijn moeder heeft van haar vier maanden durende zwerftocht een paar aantekeningen gemaakt in een klein boekje, dat ik nog heb.”

“Mijn oma, tante en moeder zijn eerst naar Ermelo gebracht en daarna naar de Willem III Kazerne in Apeldoorn. Daar zijn ze verhoord en mijn tante is daar mishandeld. Zij werd herkend van een vorige inval bij Bakker Drost in Ermelo. Daar was ze nog vrijgelaten omdat ze geen gegevens bij zich had en zei dat ze ‘gewoon brood kwam kopen’. Nu wilden ze informatie van haar los krijgen. Daarna zijn ze naar Doetinchem overgebracht en toen naar Kamp Westerbork. 

In Kamp Westerbork

In Westerbork bevonden zich in totaal 116 vrouwen uit heel Nederland. Koeriersters en politiek gevangenen. Ze moesten blauwe overalls met op de rug rode nummers aan, die eerder door Joden waren gedragen. Om hun middel droegen ze een touw met daaraan een beker.

De vrouwen zaten met velen in één ruimte. De ramen waren wit gekalkt zodat ze niet naar buiten konden kijken. Ze waren voorzichtig want ze wisten niet of er soms een verraadster in hun midden was. Hun werk bestond uit het sorteren van materiaal van batterijen en het scheiden van zilverpapier van gewoon papier. Per persoon moest 20 kg per dag verwerkt worden. Lukte dat niet, dan kreeg die persoon geen eten. Daar hadden ze een oplossing voor: ze bewaarden allemaal een lepel van hun eigen eten voor degene die gestraft werd. Er was veel saamhorigheid.

Voettocht naar Grijpskerk

Op de avond van 11 april 1945 moesten de vrouwen zich reisklaar maken. ’s Nachts vertrokken ze te voet onder zware bewaking richting Assen. De Duitsers hadden hen bestempeld tot Partizanenvrouwen die doodgeschoten zouden worden. Gedurende een aantal dagen en nachten hebben ze een lange tocht gemaakt via Loon, Groningen, Zuidhorn, Noordhorn naar Visvliet/Grijpskerk richting Friesland.

In de loop van de ochtend op 14 april moesten ze aantreden. Ze dachten dat ze geëxecuteerd zouden worden. Ze kregen echter te horen dat ze vrijkwamen! Tegen twaalf uur trokken de Canadese tanks binnen. De bevrijde vrouwen zijn nog enkele dagen in Grijpskerk gebleven. Prins Bernard heeft hen daar bezocht.

Thuiskomst

Het heeft nog even geduurd voordat mijn oma, tante en moeder weer thuis waren. Het huis werd inmiddels door anderen bewoond en hun meubels stonden bij andere mensen in huis. Bij thuiskomst bleken ze alle drie schurft te hebben. Mijn moeder vertelde dat ze iedere dag behandeld werd met een sterk soort zalf en is flauwgevallen van de pijn. Na de oorlog heeft koningin Wilhelmina een bezoek gebracht aan Putten, waarbij ze ook het huis van mijn oma heeft aangedaan. Aan mijn oma, tante en moeder is het Verzetsherdenkingskruis toegekend. Zo langzamerhand hebben ze hun bestaan wel weer opgebouwd. De petroleumverkoop werd weer opgepakt en ook de verhuur van kamers ging weer gewoon door.”

Op haar hoede

Uiteindelijk heeft het hele gezin de oorlog overleefd, maar wel met de nodige wonden. “Mijn oma, tante en moeder hadden hun verdere leven alle drie ernstige rugklachten. Mijn tante had ook nierklachten, overgehouden aan de mishandelingen. Mijn oma was bedlegerig en er stond dan ook altijd een bed in onze huiskamer. Mijn moeder heeft mijn oma tot aan diens dood in 1971 verzorgd.
Wat ik van haar oorlogsverleden merkte, was dat mijn moeder altijd op haar hoede was. Ze koos ervoor een teruggetrokken leven te leiden. Er is bijvoorbeeld een reünie geweest van de groep uit Grijpskerk, maar daar is ze niet naar toe gegaan. Ook toen het boek Kroniek 1940-1945 van Klaas Friso (waarin ook onze familie voorkomt) werd gepresenteerd, is ze niet gegaan. Mijn tante wel. Haar ervaringen in de oorlog hebben zeker een weerslag op haar verdere leven gehad.

Saamhorigheid

Mijn moeder is in 1997 na een kort ziekbed op 70-jarige leeftijd overleden. Tijdens haar ziekte zijn mijn vader, mijn man en ik vrijwel constant bij haar geweest. Ik herinner me nog dat ze toen zei ‘het zo fijn te vinden weer dezelfde saamhorigheid te voelen als destijds in de oorlog…’”

Voor Verhaal van Putten vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in Putten. Dit verhaal over Nant Smink is geschreven door Tineke Dudok van Heel-Scheelbeek, op basis van een oral history-interview, afgenomen in 2018.


  • Putten vertelt

  • Oorlog

  • Tweede Wereldoorlog

  • 1900-1950

  • Putten

  • Veluwe

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl