Via een lange oprijlaan bereik ik de werkschuur van het Hof te Dieren, waar Wilke Schoemaker, beheerder van park en bos, zijn kantoor heeft. We nemen plaats op de deel waar Wilke vertelt over het waterbeheer in het park. Ik luister met rode oortjes onder het genot van een kopje koffie.
“Ik ben sinds tien jaar beheerder op deze plek. In die tijd deed de Ruitersbeek het niet meer; er kwam toen al geen water meer vanaf Middachten. Op Middachten zelf wel. Daar komt het water uit de bronbossen en verspreid zich via de Oude Ruitersbeek en de (nieuwe) Ruitersbeek en verdwijnt daarna onder de A348 en gaat door naar wat ze hier noemen het ‘Gat van de Slager’; via de Hank gaat het de IJssel in. Een klein restje van het bronwater gaat nog richting Ellecom en zijgt daar in het landschap; het bereikt Hof te Dieren niet meer. Het waterniveau in de vijvers op Hof te Dieren houden we op peil door een waterpomp. Zo was de situatie al toen ik hier begon.”
‘Sinds die tijd zijn er allemaal plannen ontwikkeld vanuit het Hof te Dieren om de Ruitersbeek te herstellen. De bottle-neck is het Vitens waterpompstation. Zij pompen hier voor weinig geld water op voor de drinkwatervoorziening. Het grondwater en de kweldruk in het park is eigenlijk weggevallen door dat waterpompstation en in het verleden heeft Middachten nog stukjes afgeticheld waardoor de grondwaterstromen zijn veranderd. Er is een heleboel water dat wegstroomt richting Havikerwaard. Deze processen zijn moeilijk te teckelen.”
“De provincie Gelderland heeft opdracht gegeven aan Middachten om de bronbossen te herstellen volgens de doelen van Natura 2000 , terwijl Hof te Dieren (Stichting Twickel) het probleem van de verdroging heeft aangekaart. Het voordeel van Natura 2000 is dat als er genoeg water in het brongebied is je misschien ook wel weer water naar het Hof te Dieren kunt krijgen. Er wordt gepraat over het herstellen van een deel van de Ruitersbeek, hoewel een deel van deze beek wel door een buis zal lopen. Het deel van de beek bij Ellecom lag onder minimaal verhang. Al in de tijd van de Oranjes in de 17e eeuw was er ook maar net voldoende water om de vijvers in het park gevuld te krijgen. Door de winning van drinkwater is de grond verdroogd. De veenbodem bij Ellecom is gaan zakken, waardoor we heel andere hoogteverschillen hebben gekregen tussen Middachten en het Hof te Dieren. Er is nu sprake van een badkuipprofiel bij Ellecom en daar ligt een beek in. Op die plek is de grondwaterstand ook heel laag, dus het water zakt daar weg. Wil je dat oplossen dan kun je de bodem wel vernatten, maar het veen zet niet meer uit, dus moet je de beek zover ophogen dat hij in een enorm lelijk kunstwerk in het landschap komt te liggen. In Ellecom is er ook nog een stukje particulier terrein waar de beek gewoon is gedempt, (vreemd dat de overheid niet bij machte is om hier invloed op uit te oefenen). Maar je moet beseffen dat de beek daar toch niet meer te herstellen is, want hij ligt daar in een enorm gat. Een andere mogelijkheid is het plaatsen van een pompgemaaltje tussen de Eikenstraat en Ellecom. Daar komt een verdeelstation, die met een bepaalde verdeelsleutel gaat werken. Hierdoor gaat een deel van het bronwater richting IJssel en een ander deel richting het Hof. Dat water gaat door een buis met een doorsnede van drie centimeter waar organismen doorheen kunnen. Pas vanaf de N348 is er weer een open beek, maar kun je dat nog wel een beek noemen. Het plan beoogt ook grondwaterpeilverhoging in het brongebied. Al met al zijn we samen met Middachten heel blij dat de bronbossen op hun landgoed hersteld gaan worden.”
“Wat het herstel van het park Hof te Dieren betreft is er tijdens mijn voorganger, Ron Blom, veel gebeurd. Bomen en struiken die niet bij de oorspronkelijke parkstructuur behoorden zijn verwijderd. De vijvers waren dichtgegroeid; je kon er bij wijze van spreken overheen lopen. Er is toen een stappenplan gemaakt: eerst zijn de groten lijnen in het huispark teruggebracht; de vijvers zijn hersteld en uitgebaggerd; bij de buitengracht is een oude stuw, een soort dam, die weer gerestaureerd is; de Zocherbrug is hersteld en de cascades zijn ook weer in de toestand van de aanleg van Zocher teruggebracht. Het zijn allemaal monumentwaardige objecten. Er is hier een unieke situatie, want niet alleen de kern van het park met een paar essentiële lanen zijn beschermd, maar zeker 350ha binnen een bepaalde begrenzing heeft een wettelijke status. Dat is allemaal al gebeurd bij mijn voorganger Ron Blom.”
“In de periode dat ik hier werk is aansluitend de padenstructuur hersteld en zijn de Koningsmuren gerestaureerd met subsidie. De waterwerken waren al hersteld, maar we hadden nog steeds geen water. De vorige beheerder had zelf al een pomp geplaatst in het park, zodat de vijvers water hadden. Dat moest wel ter bescherming van de randen van de vijver die geleidelijk overgaan in het grasland. Als die te lang droog komen te staan en dan weer nat worden, dan gaan ze rotten. Voor een deel is dat al gebeurd. De aarde houdt het geheel nog wel een beetje vast, maar als die takkenbossen wegzakken heb je geen beschoeiing meer. Het is een heel natuurlijk ogende beschoeiing: eerst zijn er de takkenbossen, daaroverheen komt een laag zand en daarover is gras gezaaid en zo is die vijverrand er gekomen. We hebben nu een contract met Vitens dat zij de pomp sponsoren. Zij hebben gezorgd voor de plaatsing en zij betalen de stroomkosten, maar Hof te Dieren moet deze financiële bijdrage niet zien als een schadevergoeding, maar als een sponsoring. De provincie is ook van mening dat Vitens een bijdrage moet leveren als ze bij Ellecom blijven pompen.”
“Er zijn verschillende varianten onderzocht om het probleem van de verdroging op te lossen. Een optie was om het zeer heldere kwelwater dat vlak bij de A 348 naar boven komt terug te brengen in het bos, zodat de lens in de bodem steeds weer aangevuld wordt met kwelwater. De kwaliteit van het drinkwater kon hiermee niet gegarandeerd worden. Een andere optie was om nog diepere grondwaterlagen aan te boren, die hier geen invloed hebben op de grondwaterstand, maar wel bij Tiel; daar hebben ze te hoge grondwaterstanden. Ook is onderzocht of niet andere grondwaterlagen aangeboord kunnen worden, maar sommige waren te zout. Stoppen willen ze niet, want de huidige bron biedt drinkwater voor een heel gunstige prijs. Momenteel loopt er nog een proef, waarbij de waterpompen iets hogerop in het bos worden geplaatst. Toevallig moet er toch een pomp vernieuwd worden, dus daar kan mee geëxperimenteerd worden. Om dat te monitoren worden er al twintig jaar metingen verricht in peilbuizen. Op Middachten worden de sloten ondieper gemaakt, zodat er meer kwelstromen en bronwater in het brongebied blijven. Dat heeft een gunstige invloed op de beekflora en –fauna, maar roept weer problemen op voor de cultuurhistorie. In het brongebied staan eeuwenoude eiken, de twaalf apostelen, die niet met hun voeten in het water mogen staan. Als ze met hun voeten in het water staan gaan ze dood. Iedere boom heeft nu een slotenstelsel en via de peilbuizen wordt ook daar de grondwaterstand in de gaten gehouden. De eiken kunnen zo langzaam wennen aan andere omstandigheden. Op Hof te Dieren hebben we daar geen last van. Daar is geen sprake van vernatting. De beek loopt door een geul naar de vijvers. Het water zijgt daar niet in de grond. In het belang van de vegetatie zou ik het in het wel wat willen vernatten, maar Vitens heeft hiervoor de sleutel in handen.“
“Vitens kwam in de jaren vijftig. In het begin was dat nog niet zo'n groot gebeuren, maar wie had ooit kunnen verwachten dat ze hier 10.000.000 kuub water per jaar zouden oppompen. In het begin ging het nog om een miljoen liter of zo; dat was nog te overzien. Hoe meer water ze gingen onttrekken, hoe meer die invloed zichtbaar werd. Eerst lokaal en daarna ook regionaal. En wat ook nog meespeelt: er valt niet zoveel water. Wij denken wel dat er veel water valt, maar de waterbel op de Veluwe is alleen maar kleiner geworden omdat er minder water is bijgekomen dan dat er wegstroomt en verdampt. Ja, misschien is het over dertig jaar weer andersom. Neem bijvoorbeeld de sprengkoppen hogerop in het bos, waar geen water meer in zit. Het grondwaterniveau is gewoon lager. Dat komt niet zozeer omdat wij daar water aan zijn gaan onttrekken, maar omdat er gewoon minder water is gevallen de afgelopen dertig jaar.”
De oplossing voor het waterconflict tussen twee landgoederen.
“Al dit soort langdurige processen heeft last van tegengestelde belangen. Age Fennema, rentmeester van Middachten, heeft wel eens gezegd: ‘Ben ik de rentmeester die ervoor gaat zorgen, samen met de graaf, dat er eindelijk weer vrede komt tussen Hof te Dieren en Middachten over het water?’. Dus vanaf de Oranjes, 1647 tot nu, speelt de verdeling van het water al. Toen al was het zo dat het water waardevol was voor beide landgoederen, dus ze wilden in hun belang het liefst het water op Middachten houden, waardoor het water niet meer hier bij Hof te Dieren kwam. Dat was toen natuurlijk een soort machtsmiddel ... Mooi dat dat nu niet meer nodig is.“
Dit verhaal is vastgelegd in de periode 2016-2018 door vrijwilligers van de Oral History Werkgroep Gelderland, de Bekenstichting en de Museumfabriek Winterswijk. Mede gefinancierd door Waterschapsfonds Gelderland
Marianne Poorthuis, CC-BY-NC
Leven met water in Gelderland
Landschap
1900-1950
1950-2000
2000-nu
Rheden
Arnhem e.o.