Zeg Anton Pieck en iedereen denkt als eerste aan de Efteling. Maar deze kunstschilder, tekenaar, graficus, ontwerper en restaurateur was veel meer dan alleen het Sprookjesbos. Tekenleraar bijvoorbeeld, maar liefst veertig jaar lang.
In de Gelderse stad Hattem zit het Anton Pieck Museum. Met een grote collectie van zijn werken toont het museum de veelzijdigheid van Pieck. Qua vaardigheden én qua werkvormen. Daarnaast staat er een gigantische pers van 1.500 kilo te pronken, waar hij tientallen jaren zijn eigen etsen mee drukte. Hij kocht het gevaarte toen hij nog maar twintig jaar oud was.
Pieck heeft geen verleden in de vestingstad, waar het museum staat. Hij stelde bij de oprichting van ‘zijn’ museum een voorwaarde: dat het niet in de buurt van zijn woonplaats Overveen zou komen. Hij vreesde de auto’s en bussen vol museumbezoekers die langs zijn huis kwamen rijden, om te kijken waar en hoe de kunstenaar woonde. Uiteindelijk vielen de ogen van de initiatiefnemers op Hattem. Ver genoeg weg van Overveen.
Dat museum was ook nog ver weg, toen hij bijna negentig jaar eerder als deel van een tweeling werd geboren in Den Helder. Na meerdere tekencursussen aan de Koninklijke Haagse Academie voor Beeldende Kunsten werd hij in 1920 docent tekenen aan het Kennemer Lyceum in Overveen. Wekelijks gaf hij in Overveen achthonderd leerlingen tekenles. Toch was er nog tijd over waarin Pieck met eigen werk aan de slag kon. Het doel van zijn baan als docent was immers een financiële basis te creëren, zodat hij alleen klussen aan kon nemen die hij zelf interessant vond. Pieck bleef bij het lyceum werken tot zijn pensionering in 1960.
Zijn eigen werk ging daarna gewoon door, maar liefst 27 jaar lang. Pieck maakte illustraties, kalenders, geboorte- en nieuwjaarskaarten en ex-libris. Maar ging ook aan de slag met olieverfschilderijen, reistekeningen, litho’s, droge naalden, etsen en houtsneden. Hij ontwierp zelfs een heel tentoonstellingsgebouw voor een collectie old-timers, beter bekend als het Autotron.
En dan had hij ook nog die ene klus in Kaatsheuvel: het Sprookjesbos. In 1951 begon Pieck aan ontwerpwerk voor de Efteling. Meer dan dertig jaar lang was hij er zoet mee. Zijn sprookjesillustraties werden omgetoverd tot levensgrote 3D-installaties. Een veel te kil woord voor de wonderlijke wereld vol beelden van onder andere Roodkapje, De Zeven Geitjes en Doornroosje. Het pretpark is sinds die tijd in grote mate gemoderniseerd, maar het bos van Pieck staat daar nog steeds trots tussen.
Pieck noemde zichzelf - wellicht vanuit bescheidenheid - ambachtsman. Volgens het museum een niet toereikende kwalificatie. Pieck toonde maatschappelijke betrokkenheid door de keuze en uitbeelding van zijn onderwerpen. Hij gaf een extra dimensie aan zijn werk, waardoor het zeker kunst genoemd mag worden.
Rob van Oijen 2021, CC-BY-NC-SA
Aan het werk
Werk
Kunst en cultuur
1950-2000