De kapel

De kapel is in 1728 door de toenmalige graaf Frans Wilhelm vorst van Hohenzollern-Sigmaringen (1704-1737), die in 1712 op 7-jarige leeftijd graaf van den Bergh was geworden, op de zuidkant van de weermuur gebouwd. De muurankers geven de hoogte aan die de muur tot dan toe had.
Naast het derde raam rechts zit een naad in de muur. Hier heeft vroeger een uitbouw van de traptoren gestaan.

Bij de ramen is goed te zien dat ze in de tijd van Frans Wilhelm groter zijn geweest. Het vierde raam werd in 1953 vervangen door een gebrandschilderd herdenkingsraam van de familie Van Heek ter ere van de 80-jarige Jan Herman van Heek (1873-1957), die het kasteel in 1912 aankocht, en zijn 40-jarig huwelijk met Anna van Wulfften Palthe.

De trap aan de kasteelmuur geeft toegang tot de hoofdburcht. Hij is aangebracht bij de restauratie die de nieuwe eigenaar van het kasteel, Jan Herman van Heek, in 1912 liet uitvoeren. Voor de nieuwe bewoners, de familie Van Heek, was dit de enige plek van waaruit men rondom het kasteel kon wandelen.

Vreemd is het luik naast de trap. De functie is onduidelijk; als men het opent kijkt men tegen een blinde muur aan. Wellicht was het ooit een lichtdoorvoer naar de traptoren?