Vanaf 1703 werden door de bouw van een zeesluis, het uitdiepen van de Arkervaart en het loskoppelen van de uitwateringssystemen van vaart en haven enerzijds, en de polder anderzijds, de Polder Arkemheen feitelijk in twee stukken opgedeeld. Deze stukken staan bekend als de Nijkerker en Putter polder en verhouden zich ten opzichte van elkaar ongeveer als 2 : 1.
De splitsing van de polder had voor de afvoer van water vérstrekkende consequenties die vooral in de 19e eeuw duidelijk werden door grote wateroverlast als gevolg van ontwikkelingen elders. Grootschalige ontginning van ‘hoge gronden’ en veengebieden in Putten en Nijkerk hadden een nadelig gevolg voor de polder. Jaarlijks kwamen grote delen van de polder blank te staan, omdat hoger gelegen veengebieden niet langer bescherming boden tegen wegvloeiend regenwater. Het duurde tot begin jaren ‘60 van de negentiende eeuw tot er in de vorm van mechanische bemaling een oplossing voor de wateroverlast werd gevonden.
Naar advies en ontwerp van ingenieur Brevet van Rijkswaterstaat werd in 1863 in het deel bij Nijkerk, bij de sluis in de Wielbeek, windgemaal ‘Hertog Reijnout’ in dienst gesteld. Omdat in het Putter deel van de polder, hoewel deels hoger gelegen, de wateroverlast toenam, werd daar in 1874 bij de Langeroesluis ook een windgemaal geplaatst, gemaakt door de Deventer molenbouwer Looman.
Snel bleek dat de door wind gedreven gemalen niet genoeg capaciteit hadden om de hele polder droog te houden. In 1883 werd daarom op de plek van de ‘Hertog Reijnout’ een stoomgemaal geplaatst. Om het Putter deel van de polder ook droog te houden, werd een duiker gemaakt die ervoor zorgde dat het lager gelegen deel van de Putter polder kon afwateren naar de Nijkerker polder. Dit bleek niet genoeg. Een plan voor nóg een duiker werd in 1885 afgeschoten ten faveure van een stoomgemaal in de Putter polder.
Het Putter Stoomgemaal werd in 1885 gebouwd op de plek van de voormalige windgemaal. In 1886 werd het gemaal in bedrijf gesteld. Naast het gemaal werd een machinistenwoning gebouwd. Voor de veiligheid aan de overkant van de watergang – een ontploffing van de ketel kwam nogal eens voor. Op de dijk werd een kolenschuur gebouwd voor de bevoorrading.
Tot 1971 heeft het stoomgemaal gewerkt, daarna is het vervangen door een elektrische variant. Stoomgemaal en woning zijn in 1976 op de lijst beschermde rijksmonumenten geplaatst. Tegenwoordig is het gemaal regelmatig geopend, en biedt het een expositieruimte, maaldagen waarop het gemaal werkt, en vrijwilligers die het onderhouden en erover vertellen.
Dit artikel is een bewerking van een artikel van Gérard Hollanders uit Het Putter Stoomgemaal. Parel in de Putter polder (2016).
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Putten. Het volgende venster is hier te vinden.
Gérard Hollanders, CC-BY
Putten
Streekgeschiedenis
Landschap
1700-1800
Putten
Veluwe