Als de Nederlandse economie in de jaren zestig bloeit, groeit de vraag naar arbeiders enorm. Om de tekorten aan te vullen worden mannen uit Spanje, Portugal, Griekenland, voormalig Joegoslavië, Turkije en Marokko uitgenodigd om in Nederland te komen werken. Omdat hun aanwezigheid tijdelijk zou zijn, worden ze ‘gastarbeiders’ genoemd. Ook politieke vluchtelingen, zoals in 1956 uit Hongarije, vinden asiel in Nederland.
In Nijkerk kunnen veel gastarbeiders en vluchtelingen terecht in het pension van Catharina de Boer (1901-1972). Deze weduwe van Gijsbertus Johannes Schüssler trouwt in 1940 met Fredrik Jan Moll en runt van 1947 tot haar dood -naast een groot gezin- een pension aan de Langestraat 21, waar plaats is voor veertig gasten. Mensen kennen ‘Moe Moll’ als dienstbare, gastvrije vrouw.
Veel gastarbeiders blijven uiteindelijk definitief in Nederland, en kunnen na 1974, als de wet op de gezinshereniging wordt aangenomen, hun gezinnen over laten komen. Aanvankelijk laat de regering de gastarbeiders niet ‘inburgeren’, maar vanaf de jaren tachtig wordt gewerkt aan een integratiebeleid. Er ontstaat een multiculturele samenleving, met culturele en religieuze diversiteit. Naast kerken krijgt Nijkerk twee moskeeën: een Turkse en een Marokkaanse.
De multiculturele samenleving is onderwerp van menig debat, maar wordt ook gevierd. Zo wordt in Nijkerk in 2006 het eerste ‘Festival der Volken’ gevierd, een eendaagse ontmoeting op Hemelvaartsdag met kleurrijke presentaties, bedoeld om de contacten tussen de bevolkingsgroepen te bevorderen. In 2011 en 2013 vinden de tweede en derde editie van het festival plaats.
Leestips:
Museum Nijkerk, CC-BY-NC