In tegenstelling tot veel delen van Nederland, vindt na de Tweede Wereldoorlog in Nijkerk geen ruilverkaveling plaats. Overal in het land worden percelen geruild, die versnipperd raakten na eeuwenlange erfdeling. De gedachte is dat door ruilverkaveling gebieden zullen worden verkregen die efficiënter kunnen worden bewerkt en beter kunnen worden ontsloten door nieuwe wegen en watergangen. Ook koopt het Rijk grond op om snelwegen aan te leggen.
Nijkerkse boeren staan echter wantrouwend tegenover de voorgestelde voordelen, en vrezen de hoge kosten en andere nadelen voor kleine boeren. Het plan voor de ruilverkaveling van de polder Arkemheen wordt daarom, na veel emotionele vergaderingen, met meerderheid van stemmen in 1958 afgestemd. Dit is zeer uitzonderlijk.
Eén van de tegenstemmers verwoordt zijn gevoelens in een gedicht:
‘Ik ben bang voor die miljoenenregen,
vrienden, ik stem tegen.’
Gevolg is dat de eeuwenoude zeepolder tot op de huidige dag onaangeroerd is. De oude kavels, met hun kenmerkende namen, zijn allemaal nog terug te vinden.
Leestip:
Museum Nijkerk, CC-BY-NC