Huissen door de eeuwen heen

Van verarming naar bloei

Het Gelderse Huissen bestaat uit verschillende onderdelen. Zo is er Huissen-stad (de oude stad), Huissen-Zand, een tweede aangrenzende kern vooral gericht op de tuinbouw en de in laatste jaren ontstane wijken Zilverkamp en Loovelden. Deze indeling van Huissen illustreert de rijke en roerige geschiedenis van de stad.

Het is niet zeker of er in de Prehistorie permanent bewoning in de Overbetuwe is geweest. Er zijn resten uit de Steentijd en de IJzertijd gevonden, vooral bij Zandwinning in het Zwanewater. Wel weten we zeker dat er in de IJzertijd een nederzetting heeft gelegen op de Kerkelanden.

Romeinse nederzettingen

Vanaf 12 voor Christus zijn de Romeinen actief geweest in de Betuwe. Zij hebben enkele militaire posten ("castella") gehad, bemand door militairen van het Dertigste Legioen. Verder waren er Romeinse villa's en Romeins-Bataafse nederzettingen. In Huissen zijn veel grafvondsten gedaan langs de Lange Loostraat. De aard van de nederzetting is nog steeds niet bekend. De Romeinse aanwezigheid duurde tot ongeveer 250 na Christus.

Verarming

In de Middeleeuwen kreeg Huissen pas echt vorm en werd het een stad. Huissen was heel lang in handen van de graven van Kleef, maar in 1701 verkreeg de keurvorst van Brandenburg het recht zich koning in Pruisen te noemen, en daarmee hoorde ook Huissen tot dat koninkrijk. De koningen streefden ernaar om hun land economisch af te schermen. Voor de enclave Huissen was dat een ramp. De plaats verarmde snel. Het enige product dat op grote schaal kon worden verbouwd was tabak. Verder moest de bevolking ook hoge lasten opbrengen voor de vele oorlogen van koning Frederik II de Grote. De stad zelf verviel tot een bedenkelijk niveau.

In Nederlandse handen

Toen Huissen op 1 juni 1816 Nederlands werd, was het totaal geruïneerd. Rond 30% van de bevolking moest worden bedeeld. Pas vanaf het midden van de negentiende eeuw kwam daar verandering in. De tuinbouw ging de tabaksteelt vervangen. Van grote invloed hierop waren de paters Dominicanen, die sinds 1858 in Huissen waren gevestigd. Verder zorgde de steenfabrikage langs de Rijn voor werkgelegenheid. Hierdoor was de gemeente tegen de eeuwwisseling op gelijk niveau met de omgeving.

Het Rijke Roomsche leven

In de eerste decennia van de twintigste eeuw onderscheidde Huissen zich niet echt van andere Nederlandse gemeenten op het platteland. Er werden diverse ambachten uitgeoefend, zoals het mandenmaken. Vooral in de jaren twintig en dertig kwam er een steeds rijker verenigingsleven op. In 1923 was het tuinbouwgebied van Huissen zo sterk gegroeid, dat de aartsbisschop van Utrecht een tweede parochie instelde: die van de H. H. Martelaren van Gorcum in Huissen-Zand. Daardoor ontstond eigenlijk het afzonderlijke kerkdorp Huissen-Zand. Pastoor A.A. van Wijk bevorderde het onderscheid tussen Zand en Stad bijzonder. Zijn neef en tegenspeler in Huissen-Stad, pastoor Th. Van Wijk, deed daar zijn best om het parochieel leven te versterken. Het was voor Huissen echt 'Het Rijke Roomsche Leven'!

Bron: Historische Kring Huessen.


  • Streekgeschiedenis

  • Tot -3000

  • Lingewaard

  • Historische verenigingen

  • Arnhem e.o.

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl